Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
correcto:
- gut; richtig; korrekt; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös; fair; ehrlich; recht; ehrenwert; gerecht; anständig; aufrichtig; redlich; passend; schicklich; angemessen; geziemend; ordentlich; höflich; sittsam; artig; wohlerzogen; galant; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig; offenherzig; offen; pur; gerade; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus; gebildet; zivilisiert; unverfälscht; sauber; rein; lauter; glockenrein; perfekt; fehlerlos; fehlerfrei; fleckenlos; makellos; elegant; geschmacksvoll; stilvoll; gepflegt; ansehnlich; grazil; anmutig; apart; graziös; geschmeidig; netto; herb; ziemlich; erheblich; beträchtlich; gehörig; unverschnitten; nicht verschnitten
-
Wiktionary:
- correcto → richtig, regelrecht, korrekt
- correcto → genau, präzise, exakt, richtig, korrekt, einwandfrei, gerecht, höflich, akkurat, sorgfältig, ordentlich, pünktlich, präzis, recht, zutreffend, billig
Spaans
Uitgebreide vertaling voor correcto (Spaans) in het Duits
correcto:
-
correcto (bueno; bien; justo; acertado; justamente; exacto; exactamente)
gut; richtig; korrekt; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös-
gut bijvoeglijk naamwoord
-
richtig bijvoeglijk naamwoord
-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
gründlich bijvoeglijk naamwoord
-
genau bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
akkurat bijvoeglijk naamwoord
-
gewissenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
haargenau bijvoeglijk naamwoord
-
peinlich genau bijvoeglijk naamwoord
-
minuziös bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (honesto; sincero; justo; honrado; decente; equitativo)
-
correcto (decente; conveniente; justo; cortés; debido)
passend; schicklich; angemessen; geziemend-
passend bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
geziemend bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (decente; limpio; ordenado; honrado; presentable; regular; digno; educado; honesto; impecable; razonable; metódico; pulcro; respetable; regulado; en orden; sistemático; decentemente; impecablemente; bien educado; pulcramente; bien arreglado; bien ordenado)
ordentlich; anständig; angemessen-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (decente; honesto; honrado; digno; correctamente; virtuoso; educado; respetable; bien educado)
höflich; sittsam; angemessen; ordentlich; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrenwert bijvoeglijk naamwoord
-
artig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
tugendhaft bijvoeglijk naamwoord
-
ehrbar bijvoeglijk naamwoord
-
achtenswert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (honesto; sincero; íntegro; honrado)
offenherzig; aufrichtig; ehrlich; offen; pur; gerecht; fair; gerade; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus-
offenherzig bijvoeglijk naamwoord
-
aufrichtig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
gerecht bijvoeglijk naamwoord
-
fair bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
treuherzig bijvoeglijk naamwoord
-
treugesinnt bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (bien educado; civilizado; educado; decente; culto)
höflich; anständig; gebildet; wohlerzogen; zivilisiert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
gebildet bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
zivilisiert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (puro; claro; francamente; natural; auténtico; genuino; verdadero; neto; verdaderamente; sencillamente)
pur; unverfälscht; sauber; rein; lauter; glockenrein-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
sauber bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
lauter bijvoeglijk naamwoord
-
glockenrein bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (perfecto; sin error)
perfekt; fehlerlos; fehlerfrei; einwandfrei; tadellos-
perfekt bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerlos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (intachable; impecable; decente; sin mancha; impoluto; pulcro; irreprochable; impecablemente; pulcramente; sin tacha; bien arreglado)
korrekt; einwandfrei; ordentlich; fleckenlos; makellos; fehlerfrei; tadellos-
korrekt bijvoeglijk naamwoord
-
einwandfrei bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
fleckenlos bijvoeglijk naamwoord
-
makellos bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
tadellos bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (aristocrático; elegante; gracioso; de mucho estilo; distinguido; destacado; airoso; de buen gusto; con gracia; de postín; correctamente; con estilo)
elegant; geschmacksvoll; stilvoll; gepflegt; ansehnlich; grazil; anmutig; apart; galant; graziös; fein; geschmeidig-
elegant bijvoeglijk naamwoord
-
geschmacksvoll bijvoeglijk naamwoord
-
stilvoll bijvoeglijk naamwoord
-
gepflegt bijvoeglijk naamwoord
-
ansehnlich bijvoeglijk naamwoord
-
grazil bijvoeglijk naamwoord
-
anmutig bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
graziös bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
geschmeidig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (neto; evidente)
-
correcto (decente; bien; cuidado; limpio; ordenado; arreglado; esmerado; pulcro; desprotegida; ordenadamente; decentemente; sin vigilancia; bien ordenado)
-
correcto (como es debido; como corresponde; adecuado; debidamente)
ziemlich; erheblich; beträchtlich; gehörig-
ziemlich bijvoeglijk naamwoord
-
erheblich bijvoeglijk naamwoord
-
beträchtlich bijvoeglijk naamwoord
-
gehörig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correcto (puro; claro; limpio; neto; no adulterado)
pur; rein; unverschnitten; unverfälscht; nicht verschnitten-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
unverschnitten bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
nicht verschnitten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor correcto:
Verwante woorden van "correcto":
Synoniemen voor "correcto":
Wiktionary: correcto
correcto
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• correcto | → genau; präzise; exakt | ↔ accurate — exact or careful conformity to truth |
• correcto | → richtig; korrekt; einwandfrei | ↔ correct — free from error |
• correcto | → richtig | ↔ right — complying with justice, correct |
• correcto | → gerecht | ↔ righteous — justified morally |
• correcto | → richtig | ↔ juist — zoals het moet, waar |
• correcto | → höflich | ↔ heus — hoffelijk, beleefd |
• correcto | → korrekt | ↔ correct — Sans faute |
• correcto | → exakt; akkurat; genau; sorgfältig; ordentlich; pünktlich; richtig; präzis; recht; zutreffend | ↔ exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention. |
• correcto | → recht; richtig; zutreffend; billig; gerecht | ↔ juste — Qui est conforme au droit, à la raison et à la justice. |