Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: material

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: material

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

material:
- Zeug; Material; Ausstattungsstück; Ausrüstungsstück
- materiell; stofflich; sachlich; nüchtern; lakonisch
Wiktionary:
- material → körperlich, stofflich
- material → Werkstoff
- material → materiell, Rohstoff, Material, greifbar, material, Zutat

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Material:
- material básico; artículo; material
Wiktionary:
- material → material
- Material → material

Spaans

Uitgebreide vertaling voor material (Spaans) in het Duits

material:

material [el ~] zelfstandig naamwoord

el material (substancia; chismes; cosa)
Zeug
- Zeug [das ~] zelfstandig naamwoord
el material
Material
- Material [das ~] zelfstandig naamwoord
el material (objeto de equipo; equipo)
die Ausstattungsstück; die Ausrüstungsstück
- Ausstattungsstück [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ausrüstungsstück [die ~] zelfstandig naamwoord

material bijvoeglijk naamwoord

material
materiell; stofflich
- materiell bijvoeglijk naamwoord
- stofflich bijvoeglijk naamwoord
material (calmo; de negocios; sobrio; directo; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; realista; indiferente; concreto)
sachlich; nüchtern; lakonisch
- sachlich bijvoeglijk naamwoord
- nüchtern bijvoeglijk naamwoord
- lakonisch bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor material:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausrüstungsstück	equipo; material; objeto de equipo
Ausstattungsstück	equipo; material; objeto de equipo
Material	material	artículo; material básico
Zeug	chismes; cosa; material; substancia	arco; artículo; bien; bienes; cachivaches; chanchullos; chismes; cosa; cosas; cositas; curva; empollada; mercancías; objeto; productos; ropa; ropaje; sinuosidad; tejido; tela; trabajos; trastos; vestidura
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lakonisch	ayuno; calmo; comercial; conciso; concreto; de negocios; directo; en ayunas; indiferente; juiciosa; material; objetivo; práctico; realista; sereno; sobrio
materiell	material
nüchtern	ayuno; calmo; comercial; conciso; concreto; de negocios; directo; en ayunas; indiferente; juiciosa; material; objetivo; práctico; realista; sereno; sobrio	austero; calmo; desapasionado; estoico; fresco; fresquito; frío; imparcial; impasible; indiferente; moderado; modesto; objetivo; parco; sensato; sereno; sobrio; sosegado
sachlich	ayuno; calmo; comercial; conciso; concreto; de negocios; directo; en ayunas; indiferente; juiciosa; material; objetivo; práctico; realista; sereno; sobrio	austero; de hecho; de veras; del contenido; desapasionado; efectivo; en cuanto al contenido; en efecto; en el fondo; en realidad; esencial; factual; fundamental; imparcial; intrínseco; moderado; modesto; objetivo; parco; real; realmente; sensato; sobrio; substancial; verdaderamente; verdadero; virtualmente
stofflich	material

Verwante woorden van "material":

materiales

Synoniemen voor "material":

mobiliario; moblaje; ajuar; enseres; menaje; utillaje; equipaje
terrenal; tangible; temporal

Wiktionary: material

material

adjective

Objekte der materiellen Welt betreffend
- körperlich → material; corpóreo
aus Materie bestehend
- stofflich → material

noun

Arbeitsmittel rein stofflicher Natur, das in Produktionsprozessen zu Halbfabrikaten oder Fertigerzeugnissen weiterverarbeitet wird
- Werkstoff → material

Cross Translation:

From	To	Via
• material	→ materiell	↔ material — related to matter
• material	→ materiell	↔ material — worldly
• material	→ Rohstoff; Material	↔ material — matter
• material	→ greifbar	↔ stoffelijk — tot de materie behorend of eruit bestaand, materieel
• material	→ material; Material; Zutat	↔ matériau — À trier

Verwante vertalingen van material

Duits

Uitgebreide vertaling voor material (Duits) in het Spaans

Material:

Material [das ~] zelfstandig naamwoord

Material (Grundstoff; Rohstoff; Grundmaterial)
el material básico; el artículo
- material básico [el ~] zelfstandig naamwoord
- artículo [el ~] zelfstandig naamwoord
Material
el material
- material [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Material:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artículo	Grundmaterial; Grundstoff; Material; Rohstoff	Abfassung; Artikel; Bedingung; Ding; Essay; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Geschlechtswort; Hauptwort; Klausel; Objekt; Passus; Sache; Sachen; Satz; Textabschnitt; Ware; Zeug
material	Material	Ausrüstungsstück; Ausstattungsstück; Zeug
material básico	Grundmaterial; Grundstoff; Material; Rohstoff	Grundstoff; Rohstoff
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artículo		Artikel; Beitrag
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
material		lakonisch; materiell; nüchtern; sachlich; stofflich

Synoniemen voor "Material":

Werkstoff; Stoff; Substanz

Wiktionary: Material

Cross Translation:

From	To	Via
• Material	→ material	↔ material — matter
• Material	→ material	↔ matériau — À trier

Wiktionary: material

Cross Translation:

From	To	Via
• material	→ material	↔ matériau — À trier

Verwante vertalingen van material