Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor abuela (Spaans) in het Duits

abuela:

abuela [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la abuela (abuelita; ancianita)
    die Grossmutter; die Großmutter; die Oma

Vertaal Matrix voor abuela:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grossmutter abuela; abuelita; ancianita
Großmutter abuela; abuelita; ancianita
Oma abuela; abuelita; ancianita

Verwante woorden van "abuela":


Wiktionary: abuela

abuela
noun
  1. Diminutiv von Oma
  2. (umgangssprachlich) alte Frau
  3. familiär: Großmutter; Mutter des Vaters oder der Mutter
  4. Mutter des Vaters oder der Mutter

Cross Translation:
FromToVia
abuela Omi; Oma grandma — grandmother (informal)
abuela Oma; Omi; Großmutter grandmother — mother of someone's parent
abuela Großeltern grandparent — parent of one's parent
abuela Oma; Omi; Großmutter oma — de moeder van een ouder
abuela Großeltern grootouder — de ouder van een ouder
abuela Oma; Omi; Großmutter grootmoeder — een moeder van een ouder
abuela Großmutter; Oma; Ahnl; Ahndl aïeule — Féminin singulier d’aïeul ; grand-mère.

abuela vorm van abuelo:

abuelo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el abuelo (abuelito; yayo)
    der Großvater; der Opa; der Großpapa
    • Großvater [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Opa [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Großpapa [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor abuelo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Großpapa abuelito; abuelo; yayo
Großvater abuelito; abuelo; yayo
Opa abuelito; abuelo; yayo

Verwante woorden van "abuelo":


Synoniemen voor "abuelo":


Wiktionary: abuelo

abuelo
noun
  1. familiär: Großvater; Vater des Vaters oder der Mutter
  2. südd.|, österr.|: Großvater

Cross Translation:
FromToVia
abuelo Opa; Großvater; Großvater väterlicherseits; Opi; Großvater mütterlicherseits grandfather — grandfather (from either side)
abuelo Opi; Opa grandpa — grandfather (informal)
abuelo Großeltern grandparent — parent of one's parent
abuelo Opa pa — grandfather
abuelo Opa; Großvater opa — de vader van een ouder
abuelo Opa; Großvater grootvader — de vader van een ouder
abuelo Großeltern grootouder — de ouder van een ouder
abuelo Großvater grand-père — Père du père (grand-père paternel) ou de la mère (grand-père maternel).

Verwante vertalingen van abuela