Spaans

Uitgebreide vertaling voor origen (Spaans) in het Duits

origen:

origen [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el origen (descendencia; procedencia; derivación)
    die Herkunft; die Abstammung
  2. el origen (cuna; patria)
    der Ursprung
    • Ursprung [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. el origen (fuente del río; fuente; desarrollo; )
    die Flußquelle
  4. el origen (provocación)
    Schaffen; Hinkriegen
  5. el origen (causa; razón; motivo)
    die Auslösung; die Anstiftung
  6. el origen (origen de datos)
    die Quelle; Datenquelle
  7. el origen
    die Quelle
    • Quelle [die ~] zelfstandig naamwoord
  8. el origen (proveedor de origen)
    die Quelle; Quellenanbieter

Vertaal Matrix voor origen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abstammung derivación; descendencia; origen; procedencia
Anstiftung causa; motivo; origen; razón incitación; instigación
Auslösung causa; motivo; origen; razón rescate
Flußquelle derivación; desarrollo; filiación; formación; fuente; fuente del río; origen
Herkunft derivación; descendencia; origen; procedencia fuente de inspiración; manantial; vaciado
Hinkriegen origen; provocación
Quelle origen; origen de datos; proveedor de origen fuente de inspiración; manantial; vaciado
Schaffen origen; provocación
Ursprung cuna; origen; patria
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Datenquelle origen; origen de datos origen de datos
Quellenanbieter origen; proveedor de origen

Verwante woorden van "origen":


Synoniemen voor "origen":


Wiktionary: origen

origen
noun
  1. Ursprung von etwas Bestimmten
  2. allgemein: woher etwas oder jemand kommt
  3. ein schaffenProzess des Werdens, oder eine Entwicklung von Neues aus alt
  4. Biologie: die Herkunft von Organismen bezüglich der evolutionären Stammesentwicklung und die Weitergabe von Erbanlagen

Cross Translation:
FromToVia
origen Herkunft descent — lineage or hereditary derivation
origen Anfang; Entstehung origin — beginning of something
origen Quelle origin — source of a river, information, goods, etc.
origen Herkunft origin — ancestry
origen Ursprung oorsprongherkomst
origen Anfang; Ursprung originecommencement.

orígen:

orígen [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el orígen (germen; semilla; semen; embrión)
    der Keim; der Samen
    • Keim [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Samen [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor orígen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Keim embrión; germen; orígen; semen; semilla base; fundamento; principio básico; punto de partida; regla fundamental
Samen embrión; germen; orígen; semen; semilla esperma; semen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van origen