Broche: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

broche:
- Brosche; Anstecknadel; Knospe; Blumenknospe; Klemmhefter; Klammer; Klemme; Klammerhaken; Druckknopf
Wiktionary:
- broche → Schnalle, Brosche
- broche → Brosche, Spange, Griff

Spaans

Uitgebreide vertaling voor broche (Spaans) in het Duits

el broche
die Brosche
- Brosche [die ~] zelfstandig naamwoord
el broche
die Anstecknadel
- Anstecknadel [die ~] zelfstandig naamwoord
el broche (botón; clec)
die Knospe; die Blumenknospe
- Knospe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Blumenknospe [die ~] zelfstandig naamwoord
el broche (garfio; gancho; grapa; manilla; grapón)
der Klemmhefter; die Klammer; die Klemme; der Klammerhaken
- Klemmhefter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Klammer [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klemme [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klammerhaken [der ~] zelfstandig naamwoord
el broche (clec; botón)
der Druckknopf
- Druckknopf [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anstecknadel	broche	aguja; alfiler; arpía; banderita; bruja; clavija; condecoración; decoración; espiga; ficha; insignia; insignia de una orden; medalla
Blumenknospe	botón; broche; clec
Brosche	broche
Druckknopf	botón; broche; clec	botón; botón automático; clec; pulsador
Klammer	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	abrazadera; barrilete; brazadera; cepo; clavija; corchete; corrector; gancho; garfio; grapa; paréntesis; presilla; tenaza dentada
Klammerhaken	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	barrilete; brazadera; cepo; clavija; gancho; garfio; presilla
Klemme	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	abrazadera; alicate; barrilete; borne; brazadera; cepo; clavija; gancho; garfio; grapa; mitra; presilla; tenaza
Klemmhefter	broche; gancho; garfio; grapa; grapón; manilla	archivador; barrilete; brazadera; carpeta; cepo; clavija; gancho; garfio; presilla
Knospe	botón; broche; clec

epílogo; colofón; culminación; remate
guinda; culmen; terminación; colmo; apoteosis
hebilla; imperdible; pasador; corchete; alfiler; agujón; fíbula; prendedero; prendedor

broche

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• broche	→ Brosche	↔ brooch — jewellery with pin
• broche	→ Spange; Griff	↔ clasp — fastener or holder