Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- malcriado:
-
mal criado:
- angebunden; brüsk; einsilbig; kurz angebunden; ohne Umschweife; unerzogen; derb; schroff; ungehobelt; bäuerisch; ungeschliffen; grobschlächtig; ungeschlacht; unhöflich; grob; zutäppisch; dumm; ungeschickt; flegelhaft; tölpelhaft; doof; wild; stumpf; plump; klobig; schwerfällig; täppisch; unkultiviert; lümmelhaft
- malcriar:
-
Wiktionary:
- malcriado → ungezogen, unmanierlich, verwöhnt, verzogen
- malcriar → verhätscheln
- malcriar → verwöhnen, verhätscheln
Spaans
Uitgebreide vertaling voor malcriado (Spaans) in het Duits
malcriado:
-
malcriado (mimado; consentido)
Vertaal Matrix voor malcriado:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verwöhnt | consentido; malcriado; mimado | |
verzogen | consentido; malcriado; mimado | crispado; demudado; desencajado; torcido |
Synoniemen voor "malcriado":
Wiktionary: malcriado
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• malcriado | → ungezogen; unmanierlich | ↔ ill-mannered — of or pertaining to having bad manners |
• malcriado | → verwöhnt; verzogen | ↔ spoilt — of a child |
mal criado:
-
mal criado (aturdido; desmañado; bruto; insolente; descortés; brusco; cruel; inhábil; incivilizado; desafilado)
angebunden; brüsk; einsilbig; kurz angebunden; ohne Umschweife-
angebunden bijvoeglijk naamwoord
-
brüsk bijvoeglijk naamwoord
-
einsilbig bijvoeglijk naamwoord
-
kurz angebunden bijvoeglijk naamwoord
-
ohne Umschweife bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal criado (maleducado; torpe; insolente; grosero; bruto; incapaz; aturdido; tosco; palurdo; primitivo; romo; mal educado; inhábil; mastuerzo; incivilizado; desafilado)
unerzogen; derb; schroff; ungehobelt; bäuerisch; ungeschliffen; grobschlächtig; ungeschlacht-
unerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
derb bijvoeglijk naamwoord
-
schroff bijvoeglijk naamwoord
-
ungehobelt bijvoeglijk naamwoord
-
bäuerisch bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschliffen bijvoeglijk naamwoord
-
grobschlächtig bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschlacht bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal criado (maleducado; torpe; grosero; romo; bruto; insolente; primitivo; descortés; desmañado; mal educado; incivilizado; desafilado)
unhöflich; grobschlächtig; grob; zutäppisch; dumm; unerzogen; derb; ungeschickt; flegelhaft; tölpelhaft; doof; wild; stumpf; schroff; plump; klobig; schwerfällig; ungehobelt; bäuerisch; ungeschliffen; täppisch; unkultiviert; ungeschlacht; lümmelhaft-
unhöflich bijvoeglijk naamwoord
-
grobschlächtig bijvoeglijk naamwoord
-
grob bijvoeglijk naamwoord
-
zutäppisch bijvoeglijk naamwoord
-
dumm bijvoeglijk naamwoord
-
unerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
derb bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschickt bijvoeglijk naamwoord
-
flegelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
tölpelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
doof bijvoeglijk naamwoord
-
wild bijvoeglijk naamwoord
-
stumpf bijvoeglijk naamwoord
-
schroff bijvoeglijk naamwoord
-
plump bijvoeglijk naamwoord
-
klobig bijvoeglijk naamwoord
-
schwerfällig bijvoeglijk naamwoord
-
ungehobelt bijvoeglijk naamwoord
-
bäuerisch bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschliffen bijvoeglijk naamwoord
-
täppisch bijvoeglijk naamwoord
-
unkultiviert bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschlacht bijvoeglijk naamwoord
-
lümmelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mal criado:
malcriar:
Conjugations for malcriar:
presente
- malcrío
- malcrías
- malcría
- malcriamos
- malcriáis
- malcrían
imperfecto
- malcriaba
- malcriabas
- malcriaba
- malcriábamos
- malcriabais
- malcriaban
indefinido
- malcrié
- malcriaste
- malcrió
- malcriamos
- malcriasteis
- malcriaron
fut. de ind.
- malcriaré
- malcriarás
- malcriará
- malcriaremos
- malcriaréis
- malcriarán
condic.
- malcriaría
- malcriarías
- malcriaría
- malcriaríamos
- malcriaríais
- malcriarían
pres. de subj.
- que malcríe
- que malcríes
- que malcríe
- que malcriemos
- que malcriéis
- que malcríen
imp. de subj.
- que malcriara
- que malcriaras
- que malcriara
- que malcriáramos
- que malcriarais
- que malcriaran
miscelánea
- ¡malcría!
- ¡malcriad!
- ¡no malcríes!
- ¡no malcriéis!
- malcriado
- malcriando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor malcriar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verwöhnen | consentir; corromper; malcriar; mimar |
Wiktionary: malcriar
malcriar
Cross Translation:
verb
-
(transitiv) (umgangssprachlich) häufig abwertend: jemanden (besonders ein Kind) übertrieben umsorgen
-
(transitiv) veraltet: jemanden übertrieben liebkosen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• malcriar | → verwöhnen; verhätscheln | ↔ coddle — to treat gently or with great care |
• malcriar | → verwöhnen | ↔ spoil — to coddle or pamper |
Computer vertaling door derden: