Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
honrado:
- treu; loyal; treugesinnt; rechtschaffen; aufrichtig; höflich; sittsam; angemessen; ordentlich; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig; fair; ehrlich; recht; gerecht; korrekt; redlich; kontemplativ; beschaulich; offen; echt; direkt; aufrecht; geradeheraus; rundheraus; respektabel; ansehnlich; fidel; offenherzig; pur; gerade; treuherzig; fein
- Ehrliche; Redliche; Rechtschaffene
- honrar:
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor honrado (Spaans) in het Duits
honrado:
-
honrado (leal; fiel)
treu; loyal; treugesinnt-
treu bijvoeglijk naamwoord
-
loyal bijvoeglijk naamwoord
-
treugesinnt bijvoeglijk naamwoord
-
-
honrado (sincero; fiel; recto; leal; bueno; honesto)
-
honrado (decente; honesto; correcto; digno; correctamente; virtuoso; educado; respetable; bien educado)
höflich; sittsam; angemessen; ordentlich; anständig; ehrenwert; artig; wohlerzogen; galant; schicklich; tugendhaft; ehrbar; achtenswert; wohlanständig-
höflich bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrenwert bijvoeglijk naamwoord
-
artig bijvoeglijk naamwoord
-
wohlerzogen bijvoeglijk naamwoord
-
galant bijvoeglijk naamwoord
-
schicklich bijvoeglijk naamwoord
-
tugendhaft bijvoeglijk naamwoord
-
ehrbar bijvoeglijk naamwoord
-
achtenswert bijvoeglijk naamwoord
-
wohlanständig bijvoeglijk naamwoord
-
-
honrado (honesto; sincero; correcto; justo; decente; equitativo)
-
honrado (decente; limpio; ordenado; correcto; presentable; regular; digno; educado; honesto; impecable; razonable; metódico; pulcro; respetable; regulado; en orden; sistemático; decentemente; impecablemente; bien educado; pulcramente; bien ordenado; bien arreglado)
ordentlich; anständig; angemessen-
ordentlich bijvoeglijk naamwoord
-
anständig bijvoeglijk naamwoord
-
angemessen bijvoeglijk naamwoord
-
-
honrado (contemplativo; contemplando; justo; auténtico; abiertamente)
kontemplativ; beschaulich; offen; echt; ehrlich; direkt; aufrecht; aufrichtig; geradeheraus; rundheraus-
kontemplativ bijvoeglijk naamwoord
-
beschaulich bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
echt bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
direkt bijvoeglijk naamwoord
-
aufrecht bijvoeglijk naamwoord
-
aufrichtig bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
rundheraus bijvoeglijk naamwoord
-
-
honrado (honorable; digno; honesto; decente; respetable; decentemente; presentable)
-
honrado (honesto; fiel; puro; directo; ingenuo; auténtico; justo; verdadero; sincero; real; realmente; recto; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; con sinceridad; no salado; sin rebozo)
-
honrado (honesto; sincero; correcto; íntegro)
offenherzig; aufrichtig; ehrlich; offen; pur; gerecht; fair; gerade; treuherzig; treugesinnt; fein; geradeheraus-
offenherzig bijvoeglijk naamwoord
-
aufrichtig bijvoeglijk naamwoord
-
ehrlich bijvoeglijk naamwoord
-
offen bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
gerecht bijvoeglijk naamwoord
-
fair bijvoeglijk naamwoord
-
gerade bijvoeglijk naamwoord
-
treuherzig bijvoeglijk naamwoord
-
treugesinnt bijvoeglijk naamwoord
-
fein bijvoeglijk naamwoord
-
geradeheraus bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor honrado:
Synoniemen voor "honrado":
honrar:
-
honrar (ensalzar; alabar; marcar; glorificar; elogiar; ponderar; encomiar; rendir homenaje)
ehren; rühmen; indenHimmelheben; achten; loben; herausstreichen; lobpreisen; preisen; segnen; hochachten; Ehrfurcht bezeigen-
indenHimmelheben werkwoord
-
herausstreichen werkwoord (streiche heraus, streichst heraus, streicht heraus, strich heraus, stricht heraus, herausgestrichen)
-
hochachten werkwoord (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)
-
Ehrfurcht bezeigen werkwoord
-
honrar (honorar; rendir homenaje)
-
honrar
auszeichnen-
auszeichnen werkwoord
-
-
honrar (homenajear; rendir homenaje)
treu; zugetan; loyal; hingegeben-
treu werkwoord
-
zugetan werkwoord
-
loyal werkwoord
-
hingegeben werkwoord
-
-
honrar (glorificar; marcar; alabar; elogiar; ponderar; ensalzar; encomiar; rendir homenaje)
-
honrar (reconocer; adoptar; homenajear; rendir homenaje)
der Ansicht sein-
der Ansicht sein werkwoord
-
-
honrar (glorificar; alabar; elogiar; rendir homenaje)
indenHimmelheben; loben; preisen; achten; segnen; rühmen; herausstreichen; lobpreisen; ehren; hochachten-
indenHimmelheben werkwoord
-
herausstreichen werkwoord (streiche heraus, streichst heraus, streicht heraus, strich heraus, stricht heraus, herausgestrichen)
-
hochachten werkwoord (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)
-
-
honrar (rendir homenaje; honorar)
achten; ehren; hochachten; in Ehre halten-
hochachten werkwoord (achte hoch, achtest hoch, achtet hoch, achtete hoch, achtetet hoch, hochgeachtet)
-
in Ehre halten werkwoord
Conjugations for honrar:
presente
- honro
- honras
- honra
- honramos
- honráis
- honran
imperfecto
- honraba
- honrabas
- honraba
- honrábamos
- honrabais
- honraban
indefinido
- honré
- honraste
- honró
- honramos
- honrasteis
- honraron
fut. de ind.
- honraré
- honrarás
- honrará
- honraremos
- honraréis
- honrarán
condic.
- honraría
- honrarías
- honraría
- honraríamos
- honraríais
- honrarían
pres. de subj.
- que honre
- que honres
- que honre
- que honremos
- que honréis
- que honren
imp. de subj.
- que honrara
- que honraras
- que honrara
- que honráramos
- que honrarais
- que honraran
miscelánea
- ¡honra!
- ¡honrad!
- ¡no honres!
- ¡no honréis!
- honrado
- honrando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes