Granuja: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

granuja:
- Schuft; Dreckskerl; Halunke; Lump; Grobian; Schurke; Schlingel; Rotznase; Lausbub; Bengel; Schelm; ungehobelte Klotz; Tölpel; Lümmel; Stiesel; Fittich; ungeschliffene Kerl; Rüpel; grobePerson; Bandit; Übeltäter; Bösewicht; Unhold; Frevler; Sack; Bauerntölpel; Bauernlümmel; Bauer; Flegel; blöder Sack; Prolet; Ekel; Rülpser; elender Kerl; Racker; Strolch; Frechdachs; Spitzbube; Lausejunge; Kriminelle; Gauner; Gangster; Schalk; Nichtsnutz; Lausbube; Galgengesicht; Verbrecher; Taugenichts; Scheusal; Straßenjunge; Lumpenkerl; Hundsfott; Schalke
Wiktionary:
- granuja → Schalk, Halunke
- granuja → Schurke, Spitzbube, Halbstarker, Halbstarke, Rabauke, Rabaukin, Rowdy, Rowdyin, Randalierer, Randaliererin, Hooligan, Hooliganin, Hool, Hoolin, Bandit, Canaille, Kanaille, Schuft

Spaans

Uitgebreide vertaling voor granuja (Spaans) in het Duits

granuja:

granuja [el ~] zelfstandig naamwoord

el granuja (bellaco)
der Schuft; der Dreckskerl; der Halunke; der Lump; der Grobian; der Schurke
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Halunke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lump [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schurke [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (pícaros; tunante)
die Schlingel
- Schlingel [die ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (diablillo; pillo; tunante)
die Rotznase; der Lausbub; der Bengel; der Schelm
- Rotznase [die ~] zelfstandig naamwoord
- Lausbub [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bengel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schelm [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (bruto; palurdo; pedazo de animal; gamberro; patán; tonto; paleto; grosero; mal educado; mentecato; persona torpe; cateto; ala; torpe)
der ungehobelte Klotz; der Tölpel; der Dreckskerl; der Schuft; der Lümmel; der Stiesel; der Fittich; der Lump; der ungeschliffene Kerl; der Rüpel; die grobePerson
- ungehobelte Klotz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lümmel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stiesel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fittich [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lump [der ~] zelfstandig naamwoord
- ungeschliffene Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rüpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- grobePerson [die ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (canalla; bandido; bandolero; gamberro; bribón; malvado)
der Bandit; der Übeltäter; der Bösewicht; der Unhold; der Lump; der Frevler
- Bandit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Übeltäter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bösewicht [der ~] zelfstandig naamwoord
- Unhold [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lump [der ~] zelfstandig naamwoord
- Frevler [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (cabrón; hijo de puta; gilipollas; polla; buche; saco; bruto; gilipuertas; picha; imbécil; tronera; patán)
der Grobian; der Dreckskerl; der Sack; der Schuft
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sack [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (paleto; mentecato; capullo; bruto; tonto; campesino; torpe; grosero; agricultor; granjero; patán; palurdo; cateto; eructo; mal educado; pedazo de animal; persona torpe)
der Lümmel; der Bauerntölpel; der Bauernlümmel
- Lümmel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bauerntölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bauernlümmel [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (campesino; capullo; persona torpe; tonto; torpe; grosero; bruto; jota; agricultor; granjero; paleto; patán; mentecato; palurdo; aldeano; cateto; eructo; mal educado)
der Bauer; der Lump; der Flegel; der Dreckskerl; der Lümmel; der Tölpel; der Grobian; der ungehobelte Klotz; der Bauerntölpel; der ungeschliffene Kerl; der blöder Sack
- Bauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lump [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flegel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lümmel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
- ungehobelte Klotz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bauerntölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- ungeschliffene Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- blöder Sack [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (paleto; gamberro; patán; granjero; palurdo; mastuerzo; proleta; trozón; campesino; torpe; grosero; bruto; desgraciado; maleducado; miserable; aldeano; mal educado; persona torpe; pedazón)
der Schuft; der Dreckskerl; der Prolet; der Ekel; der ungehobelte Klotz; der Bauer; der Lump; der Flegel; der Tölpel; der Rülpser; der Grobian; der ungeschliffene Kerl; der elender Kerl
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Prolet [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ekel [der ~] zelfstandig naamwoord
- ungehobelte Klotz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lump [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flegel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Tölpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rülpser [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
- ungeschliffene Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- elender Kerl [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (pícaro; pillo; golfillo; pilluelo; zorro; gamberro; bribón; tunante; galopín)
der Lümmel; der Racker; der Schlingel; der Schuft; der Rüpel; der Schelm; der Bengel; der Flegel; der Strolch; der Frechdachs; der Schurke; der Halunke; der Spitzbube; der Grobian; der Lausejunge
- Lümmel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Racker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlingel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rüpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schelm [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bengel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flegel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Strolch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Frechdachs [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schurke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Halunke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzbube [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lausejunge [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (bribón; trasto; niño travieso; criminal; niña traviesa; pícaro; delincuente; desalmado; pillo; sinvergüenza; galopín; vicio; canalla; chinche; truhán; tunante; rufián; pillete; pillastre; malapieza; granujita)
der Schurke; der Kriminelle; der Gauner; der Halunke; der Schlingel; der Gangster; der Schalk; der Racker; der Spitzbube; der Nichtsnutz; der Strolch; der Lausbube; der Frevler; Galgengesicht; der Verbrecher; der Schuft; der Taugenichts; der Übeltäter; der Schelm; der Flegel; Scheusal
- Schurke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kriminelle [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gauner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Halunke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlingel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gangster [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schalk [der ~] zelfstandig naamwoord
- Racker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzbube [der ~] zelfstandig naamwoord
- Nichtsnutz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Strolch [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lausbube [der ~] zelfstandig naamwoord
- Frevler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Galgengesicht [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verbrecher [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
- Taugenichts [der ~] zelfstandig naamwoord
- Übeltäter [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schelm [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flegel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Scheusal [das ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (sodomita; hijo de puta; cabrón; buche; tronera; polla; gilipollas; saco; bruto; picha; imbécil; patán; gilipuertas)
der Schuft; der Dreckskerl; der Sack; der Lump; der Grobian
- Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dreckskerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sack [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lump [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grobian [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (tunante; pícaro; gamberro; pillete; pillo; golfillo)
der Gauner; der Schelm; der Lausbube; der Taugenichts; der Rüpel; der Bengel; der Flegel; der Lümmel; der Schurke; der Frechdachs; der Racker; der Lausejunge; der Straßenjunge
- Gauner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schelm [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lausbube [der ~] zelfstandig naamwoord
- Taugenichts [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rüpel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bengel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Flegel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lümmel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schurke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Frechdachs [der ~] zelfstandig naamwoord
- Racker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lausejunge [der ~] zelfstandig naamwoord
- Straßenjunge [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (tunante)
der Lumpenkerl; der Hundsfott
- Lumpenkerl [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hundsfott [der ~] zelfstandig naamwoord
el granuja (pícaro; bribón; pilluelo)
der Schlingel; der Schelm; der Schalk; der Schalke; der Racker; der Lausbube
- Schlingel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schelm [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schalk [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schalke [der ~] zelfstandig naamwoord
- Racker [der ~] zelfstandig naamwoord
- Lausbube [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor granuja:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bandit	bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
Bauer	agricultor; aldeano; bruto; campesino; capullo; cateto; desgraciado; eructo; gamberro; granjero; granuja; grosero; jota; mal educado; maleducado; mastuerzo; mentecato; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; tonto; torpe; trozón	agricultor; agricultora; campesino; campesinos; granjero
Bauernlümmel	agricultor; bruto; campesino; capullo; cateto; eructo; granjero; granuja; grosero; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; tonto; torpe
Bauerntölpel	agricultor; aldeano; bruto; campesino; capullo; cateto; eructo; granjero; granuja; grosero; jota; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; tonto; torpe	bruto; capullo; grosero; mal educado; paleto; palurdo; patán; persona torpe; tonto; torpe
Bengel	bribón; diablillo; galopín; gamberro; golfillo; granuja; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; tunante; zorro	chico; golfillo; pilletes; pillos; pícaros
Bösewicht	bandido; bandolero; bribón; canalla; gamberro; granuja; malvado
Dreckskerl	agricultor; ala; aldeano; bellaco; bruto; buche; cabrón; campesino; capullo; cateto; desgraciado; eructo; gamberro; gilipollas; gilipuertas; granjero; granuja; grosero; hijo de puta; imbécil; jota; mal educado; maleducado; mastuerzo; mentecato; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; pedazón; persona torpe; picha; polla; proleta; saco; sodomita; tonto; torpe; tronera; trozón	animal; cabrón; cafre; cagajón; cagueta; desgraciada; desgraciado; gilipollas; gordiflón; gordo; miserable; paleto; patán; pesado
Ekel	aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón	abominación; apestoso; asqueroso; aversión; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; desgraciado; diablillo; gracioso; guasón; hastío; hombre desagradable; horror; letoso; mal bicho; mala bestia; miserable; mofeta; náuseas; palisa; payaso; pelmazo; puerco; pícaro; repugnancia; tunante; tío repulsivo
Fittich	ala; bruto; cateto; gamberro; granuja; grosero; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; tonto; torpe
Flegel	agricultor; aldeano; bribón; bruto; campesino; canalla; capullo; cateto; chinche; criminal; delincuente; desalmado; desgraciado; eructo; galopín; gamberro; golfillo; granjero; granuja; granujita; grosero; jota; mal educado; malapieza; maleducado; mastuerzo; mentecato; miserable; niña traviesa; niño travieso; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; pillastre; pillete; pillo; pilluelo; proleta; pícaro; rufián; sinvergüenza; tonto; torpe; trasto; trozón; truhán; tunante; vicio; zorro	agricultor; atrevido; bribón; bruto; cabrón; capullo; cateto; chico; chico brutal; chico fresco; chico insolente; crío descarado; gamberro; golfillo; grosero; mal bicho; mal educado; mala bestia; maleducado; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona insolente; persona torpe; pilletes; pillos; pícaros; sinvergüenza; torpe; tunante
Frechdachs	bribón; galopín; gamberro; golfillo; granuja; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; tunante; zorro	chico; golfillo
Frevler	bandido; bandolero; bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; gamberro; granuja; granujita; malapieza; malvado; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	profanador
Galgengesicht	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	bribón; bromista; bufón; guasón; malapieza; payaso; pillo; pícaro
Gangster	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	bandido; bribón; bromista; bufón; guasón; malapieza; payaso; pillo; pícaro
Gauner	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; gamberro; golfillo; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	bribón; bromista; bufón; cabrón; chico; golfillo; guasón; mal bicho; mala bestia; malapieza; payaso; pillo; pícaro; ratero; tunante
Grobian	agricultor; aldeano; bellaco; bribón; bruto; buche; cabrón; campesino; capullo; cateto; desgraciado; eructo; galopín; gamberro; gilipollas; gilipuertas; golfillo; granjero; granuja; grosero; hijo de puta; imbécil; jota; mal educado; maleducado; mastuerzo; mentecato; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; picha; pillo; pilluelo; polla; proleta; pícaro; saco; sodomita; tonto; torpe; tronera; trozón; tunante; zorro	agricultor; bruto; capullo; cateto; gamberro; grosero; mal educado; maleducado; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona insolente; persona torpe; sinvergüenza; torpe
Halunke	bellaco; bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; gamberro; golfillo; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio; zorro	bribón; bromista; bufón; cabrón; guasón; mal bicho; mala bestia; malapieza; payaso; pillo; pícaro; tunante
Hundsfott	granuja; tunante	apestoso; asqueroso
Kriminelle	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	criminal; culpable; delincuente; infractor; malhechor; pícaro; sinvergüenza; transgresor
Lausbub	diablillo; granuja; pillo; tunante	apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; mofeta; payaso; puerco; pícaro
Lausbube	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; gamberro; golfillo; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	chico; golfillo
Lausejunge	bribón; galopín; gamberro; golfillo; granuja; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; tunante; zorro	chico; golfillo
Lump	agricultor; ala; aldeano; bandido; bandolero; bellaco; bribón; bruto; buche; cabrón; campesino; canalla; capullo; cateto; desgraciado; eructo; gamberro; gilipollas; gilipuertas; granjero; granuja; grosero; hijo de puta; imbécil; jota; mal educado; maleducado; malvado; mastuerzo; mentecato; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; pedazón; persona torpe; picha; polla; proleta; saco; sodomita; tonto; torpe; tronera; trozón	apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; desastrado; desgraciado; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; miserable; mofeta; payaso; pobre desgraciado; pobre diablo; puerco; pícaro; tunante
Lumpenkerl	granuja; tunante
Lümmel	agricultor; ala; aldeano; bribón; bruto; campesino; capullo; cateto; eructo; galopín; gamberro; golfillo; granjero; granuja; grosero; jota; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; tonto; torpe; tunante; zorro	capullo; cateto; chico; golfillo; paleto; palurdo; patán
Nichtsnutz	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	inútil; trasto
Prolet	aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón
Racker	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; gamberro; golfillo; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio; zorro	bribón; bromista; bufón; chico; golfillo; guasón; malapieza; payaso; pillo; pícaro
Rotznase	diablillo; granuja; pillo; tunante	mocosuelo
Rülpser	aldeano; bruto; campesino; desgraciado; gamberro; granjero; granuja; grosero; mal educado; maleducado; mastuerzo; miserable; paleto; palurdo; patán; pedazón; persona torpe; proleta; torpe; trozón	eructo; provechito
Rüpel	ala; bribón; bruto; cateto; galopín; gamberro; golfillo; granuja; grosero; mal educado; mentecato; paleto; palurdo; patán; pedazo de animal; persona torpe; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; tonto; torpe; tunante; zorro	agitador; agitadora; alborotador; cateto; causante; chico; gamberro; golfillo; golfo; instigador; paleto; travieso
Sack	bruto; buche; cabrón; gilipollas; gilipuertas; granuja; hijo de puta; imbécil; patán; picha; polla; saco; sodomita; tronera	escroto; saco; saco muscular
Schalk	bribón; canalla; chinche; criminal; delincuente; desalmado; galopín; granuja; granujita; malapieza; niña traviesa; niño travieso; pillastre; pillete; pillo; pilluelo; pícaro; rufián; sinvergüenza; trasto; truhán; tunante; vicio	apestoso; asqueroso; boba; bobo; bribón; bromista; bromistas; bufón; burlón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; loco; mal bicho; mala bestia; mofeta; necio; nulidad; payaso; puerco; pícaro; simplón; socarrón; tipos chistosos; tonto; truhán; tunante
Schalke	bribón; granuja; pilluelo; pícaro	bribones; bufones; burlones; comediantes; cómicos; diablillos; guasones; holgazanes; payasos; pícaros; tunantes
Schelm	bribón; canalla; chinche; criminal

Verwante woorden van "granuja":

granujas

Synoniemen voor "granuja":

belitre; pillo; pícaro; ruin; vil; truhán
bergante; rufián; bribón; sinvergüenza
canalla; tunante; golfo
golfante
golfillo
tuno
malhechor; bandido; criminal; delincuente; maleante
sabandijo; malvado; miserable; alimaña; víbora; pécora

Wiktionary: granuja

granuja

noun

Schelm, Spaßmacher
- Schalk → granuja
(abwertend)
- Halunke → granuja; bribón; bribona; canalla

Cross Translation:

From	To	Via
• granuja	→ Schurke; Spitzbube	↔ boef — 1.iemand die zich onbehoorlijk of misdadig gedraagt
• granuja	→ Halbstarker; Halbstarke; Rabauke; Rabaukin; Rowdy; Rowdyin; Randalierer; Randaliererin; Hooligan; Hooliganin; Hool; Hoolin	↔ yob — antisocial person
• granuja	→ Bandit; Canaille; Kanaille; Schuft; Schurke	↔ canaille — péjoratif\|fr (term, Collectif) vil populace.
• granuja	→ Bandit; Canaille; Kanaille; Schuft; Schurke	↔ gredin — Personne malfaisante, dénuée de toute valeur morale, ne méritant aucune considération.

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: granuja

Uitgebreide vertaling voor granuja (Spaans) in het Duits

granuja:

granuja [el ~] zelfstandig naamwoord

el granuja (bellaco)

el granuja (pícaros; tunante)

el granuja (diablillo; pillo; tunante)

el granuja (bruto; palurdo; pedazo de animal; gamberro; patán; tonto; paleto; grosero; mal educado; mentecato; persona torpe; cateto; ala; torpe)

el granuja (canalla; bandido; bandolero; gamberro; bribón; malvado)

el granuja (cabrón; hijo de puta; gilipollas; polla; buche; saco; bruto; gilipuertas; picha; imbécil; tronera; patán)

el granuja (paleto; mentecato; capullo; bruto; tonto; campesino; torpe; grosero; agricultor; granjero; patán; palurdo; cateto; eructo; mal educado; pedazo de animal; persona torpe)

el granuja (campesino; capullo; persona torpe; tonto; torpe; grosero; bruto; jota; agricultor; granjero; paleto; patán; mentecato; palurdo; aldeano; cateto; eructo; mal educado)

el granuja (paleto; gamberro; patán; granjero; palurdo; mastuerzo; proleta; trozón; campesino; torpe; grosero; bruto; desgraciado; maleducado; miserable; aldeano; mal educado; persona torpe; pedazón)

el granuja (pícaro; pillo; golfillo; pilluelo; zorro; gamberro; bribón; tunante; galopín)

el granuja (bribón; trasto; niño travieso; criminal; niña traviesa; pícaro; delincuente; desalmado; pillo; sinvergüenza; galopín; vicio; canalla; chinche; truhán; tunante; rufián; pillete; pillastre; malapieza; granujita)

el granuja (sodomita; hijo de puta; cabrón; buche; tronera; polla; gilipollas; saco; bruto; picha; imbécil; patán; gilipuertas)

el granuja (tunante; pícaro; gamberro; pillete; pillo; golfillo)

el granuja (tunante)

el granuja (pícaro; bribón; pilluelo)

Vertaal Matrix voor granuja:

Verwante woorden van "granuja":

Synoniemen voor "granuja":

Wiktionary: granuja