Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Zoek: cicatriz

Spaanse en Duitse zoekresultaten voor: cicatriz

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

cicatriz:
- Narbe; Schmarre; Schmiß
Wiktionary:
- cicatriz → Narbe
- cicatriz → Narbe

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cicatriz (Spaans) in het Duits

cicatriz:

cicatriz [la ~] zelfstandig naamwoord

la cicatriz
die Narbe; die Schmarre; der Schmiß
- Narbe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schmarre [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schmiß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cicatriz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Narbe	cicatriz
Schmarre	cicatriz
Schmiß	cicatriz	bocadillo; cortada; corte; cuchillada; entalladura; rebanada de pan

Verwante woorden van "cicatriz":

cicatrices

Synoniemen voor "cicatriz":

botana; costurón; marca; señal
lacra; sutura; huella; herida; chirlo

Wiktionary: cicatriz

cicatriz

noun

verheilende Wunde oder sichtbares Überbleibsel einer Wunde
- Narbe → cicatriz

Cross Translation:

From	To	Via
• cicatriz	→ Narbe	↔ litteken — een zichtbaar overblijfsel van een oude verwonding
• cicatriz	→ Narbe	↔ scar — a permanent mark on the skin sometimes caused by the healing of a wound
• cicatriz	→ Narbe	↔ cicatrice — marque des blessures, des plaies, qui rester après la guérison.