Spaans
Uitgebreide vertaling voor dejar puesto (Spaans) in het Duits
dejar puesto: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- dejar: lassen; erlauben; leiden; gewähren; eingehen; genehmigen; entschuldigen; zulassen; einlassen; zustimmen; gestatten; gönnen; dulden; bewilligen; vorlassen; entbinden; einwilligen; gutheißen; beipflichten; vergönnen; hereinlassen; ewähren; hineinlassen; hinterlassen; zurücklassen; ausfallen; abfallen; entkoppeln; ausscheiden; weggehen; austreten; fortgehen; verlassen; im Stich lassen; absetzen; aussteigen lassen; werfen; schmeißen; ablassen; abwerfen; übriglassen; von etwas Absehen; entlassen; erlösen; freigeben; befreien; freimachen; freilassen; vernachlässigen; jemandem etwas hinterlassen; treiben; lösen; auflösen; lockern; aufmachen; abhängen; abtrennen; hinhalten; Absetzen; ausholen; andrehen; losziehen; loslösen; aushecken; hochhalten; ausmisten; auftrennen; losmachen; abkoppeln; ausfädeln; loshaken; loskoppeln; aufknoten
- poner: stellen; einstellen; herstellen; setzen; legen; aufstellen; ablegen; abstellen; einräumen; anbringen; einordnen; hinlegen; hinstellen; unterbringen; installieren; abstreifen; einrücken; austreiben; stationieren; beisetzen; gruppieren; verwenden; benutzen; einsetzen; anwenden; gebrauchen; handhaben; hantieren; abspielen; bergen; ablagern; deponieren; wegbergen; lagern; aufheben; bewahren; aufbewahren; niederlegen; einbringen; hineintun; tun; verrichten; praktizieren; zeigen; ausstellen; präsentieren; vorführen; vorzeigen; zur Schau stellen; einschalten; vorstellen; ausrichten; veranstalten; bauen; anbieten; einrichten; errichten; aufbauen; regeln; anordnen; organisieren; erbauen; darbieten; herrichten; feilbieten; deichseln; lokalisieren; ausfindig machen; schalten; stecken; vergeben; verlegen; einschließen; fügen; einlegen; brühen; betten; einfügen; einteilen; einweisen; schlingen; laichen; etwas hinlegen; unteraus legen
- ponerse: anlegen; anziehen; kleiden; ankleiden; sichanziehen; tragen; erfahren; erleben; bestehen; leiden; fühlen; sinken; vertragen; ertragen; ausgeben; überstehen; erleiden; stehlen; aushalten; verzehren; durchhalten; untergehen; verdauen; dulden; verbrauchen; aufbrauchen; zehren; erdulden; ausharren; standhalten; überdauern; durchmachen; aufzehren; umtun; umbinden; wachsen; entstehen; entspringen; werden; geben; steigen; gelangen; vornehmen; eintreten; schwellen; aufgehen; enstehen; erstehen; vormachen; umschlagen; umkippen; kentern; anschwellen; heucheln; sich erheben; entkeimen; vorbinden; vortun; sicherheben; sich einwickeln
- puesto: dick; fett; umfangreich; beleibt; korpulent; wohlbeleibt; Stand; Bude; Ausstellungsstand; Verkaufsbude; Stellung; Funktion; Stelle; Ort; Platz; Standort; Arbeitsplatz; gelegt; satt; geschwollen; aufgedunsen; ausgestopft; wulstig; schwülstig; Sitz im Gemeinderat; ausgestopft Tier
Spelling Suggesties voor: dejar puesto
- Searching for suggestions...
Wiktionary: dejar puesto
dejar puesto
verb
-
Kleidung anbehalten
-
die Funktion einer Sache aufrechterhalten
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van dejar puesto
Duits
Suggesties voor dejar puesto in het Duits
Spelling Suggesties voor: dejar puesto
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: