Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
- proceder:
-
Wiktionary:
- proceder → fortfahren, begeben, kommen, herrühren, entspringen, entstehen, herkommen, stammen, abstammen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor proceder (Spaans) in het Duits
proceder:
-
proceder (trabajar)
funktionieren; vorgehen; arbeiten; tun-
funktionieren werkwoord (funktioniere, funktionierst, funktioniert, funktionierte, funktioniertet, funktioniert)
-
-
proceder (resultar; derivar)
entstehen; entspringen; hervorgehen-
hervorgehen werkwoord (gehe hervor, gehst hervor, geht hervor, ging hervor, gingt hervor, hervorgegangen)
Conjugations for proceder:
presente
- procedo
- procedes
- procede
- procedemos
- procedéis
- proceden
imperfecto
- procedía
- procedías
- procedía
- procedíamos
- procedíais
- procedían
indefinido
- procedí
- procediste
- procedió
- procedimos
- procedisteis
- procedieron
fut. de ind.
- procederé
- procederás
- procederá
- procederemos
- procederéis
- procederán
condic.
- procedería
- procederías
- procedería
- procederíamos
- procederíais
- procederían
pres. de subj.
- que proceda
- que procedas
- que proceda
- que procedamos
- que procedáis
- que procedan
imp. de subj.
- que procediera
- que procedieras
- que procediera
- que procediéramos
- que procedierais
- que procedieran
miscelánea
- ¡procede!
- ¡proceded!
- ¡no procedas!
- ¡no procedáis!
- procedido
- procediendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor proceder:
Verwante woorden van "proceder":
Synoniemen voor "proceder":
Computer vertaling door derden: