Overzicht
Spaans naar Duits: Meer gegevens...
-
divertido:
- komisch; amüsant; humoristisch; spaßig; witzig; drollig; lustig; spaßhaft; vergnüglich; gesellig; angenehm; pfiffig; vergnügt; schelmisch; possierlich; geistreich; ulkig; schalkhaft; possenhaft; fesch; humorvoll; spasshaft; heiter; ausgelassen; gelungen; verschmitzt; behaglich; wohltuend; gemütlich; schön; stimmungsvoll; fröhlich; ergötzlich
- Unterhaltung; Vergnügen
- divertir:
-
Wiktionary:
- divertido → lustig, köstlich
- divertido → vergnüglich, amüsant, lustig, Spaß, spaßig, komisch, Witzbold, gern, ulkig, spassig, fröhlich, freudig, froh, drollig, unterhaltend, unterhaltsam, ergötzlich, belustigend, kurzweilig
- divertir → unterhalten
- divertir → erheitern, belustigen, unterhalten, amüsieren, ergötzen, vergnügen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor divertido (Spaans) in het Duits
divertido:
-
divertido (cómico; humorístico; bonito; amable; sinvergüenza; salado; cómicamente; chistoso; cachondo; cómodo; burlesco)
komisch; amüsant; humoristisch; spaßig; witzig; drollig; lustig; spaßhaft; vergnüglich; gesellig; angenehm; pfiffig; vergnügt; schelmisch; possierlich; geistreich; ulkig; schalkhaft; possenhaft; fesch-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
amüsant bijvoeglijk naamwoord
-
humoristisch bijvoeglijk naamwoord
-
spaßig bijvoeglijk naamwoord
-
witzig bijvoeglijk naamwoord
-
drollig bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
spaßhaft bijvoeglijk naamwoord
-
vergnüglich bijvoeglijk naamwoord
-
gesellig bijvoeglijk naamwoord
-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
pfiffig bijvoeglijk naamwoord
-
vergnügt bijvoeglijk naamwoord
-
schelmisch bijvoeglijk naamwoord
-
possierlich bijvoeglijk naamwoord
-
geistreich bijvoeglijk naamwoord
-
ulkig bijvoeglijk naamwoord
-
schalkhaft bijvoeglijk naamwoord
-
possenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
fesch bijvoeglijk naamwoord
-
-
divertido (cómico; humorístico; jocoso; gracioso; chusco; hilarante; chistoso; para reír; jacarandoso; burlesco)
humoristisch; spaßig; drollig; amüsant; witzig; komisch; lustig; humorvoll; spasshaft; ulkig; heiter; ausgelassen; schalkhaft-
humoristisch bijvoeglijk naamwoord
-
spaßig bijvoeglijk naamwoord
-
drollig bijvoeglijk naamwoord
-
amüsant bijvoeglijk naamwoord
-
witzig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
humorvoll bijvoeglijk naamwoord
-
spasshaft bijvoeglijk naamwoord
-
ulkig bijvoeglijk naamwoord
-
heiter bijvoeglijk naamwoord
-
ausgelassen bijvoeglijk naamwoord
-
schalkhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
divertido (gracioso; lindo)
-
divertido (gracioso; pícaro; travieso; pillo)
verschmitzt; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; komisch-
verschmitzt bijvoeglijk naamwoord
-
schalkhaft bijvoeglijk naamwoord
-
schelmisch bijvoeglijk naamwoord
-
spaßhaft bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
divertido (agradable; bueno; grato; ameno; bien; entretenido; cómodo; amable; beneficioso; conveniente; confortable)
-
divertido (agradable; caliente; simpático; de mucho ambiente; cordial; cálido; caluroso; ameno; confortable; tratable; amable; acogedor; entretenido; sociable)
angenehm; gemütlich; vergnüglich; schön; gesellig; wohltuend; behaglich; stimmungsvoll-
angenehm bijvoeglijk naamwoord
-
gemütlich bijvoeglijk naamwoord
-
vergnüglich bijvoeglijk naamwoord
-
schön bijvoeglijk naamwoord
-
gesellig bijvoeglijk naamwoord
-
wohltuend bijvoeglijk naamwoord
-
behaglich bijvoeglijk naamwoord
-
stimmungsvoll bijvoeglijk naamwoord
-
-
divertido (humorístico; chistoso; cómico; gracioso; chusco; ameno; entretenido; burlesco; cómicamente; para reír)
-
divertido (alegre; entretenido; jovial)
-
divertido (cachondo; bufón; jocoso; entretenido; cómico; humorístico; ameno; chistoso; burlesco; cómicamente; para reír)
amüsant; lustig; witzig; komisch; spaßig; humorvoll; drollig; ulkig; schalkhaft; ergötzlich; humoristisch; possenhaft; spaßhaft-
amüsant bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
witzig bijvoeglijk naamwoord
-
komisch bijvoeglijk naamwoord
-
spaßig bijvoeglijk naamwoord
-
humorvoll bijvoeglijk naamwoord
-
drollig bijvoeglijk naamwoord
-
ulkig bijvoeglijk naamwoord
-
schalkhaft bijvoeglijk naamwoord
-
ergötzlich bijvoeglijk naamwoord
-
humoristisch bijvoeglijk naamwoord
-
possenhaft bijvoeglijk naamwoord
-
spaßhaft bijvoeglijk naamwoord
-
-
el divertido (distracción; entretenimiento; animación; alegría; diversión; esparcimiento; dispersión; alborozo)
Vertaal Matrix voor divertido:
Synoniemen voor "divertido":
Wiktionary: divertido
divertido
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• divertido | → vergnüglich; amüsant; lustig | ↔ amusing — entertaining |
• divertido | → Spaß; spaßig; lustig | ↔ fun — enjoyable, amusing |
• divertido | → komisch; lustig; spaßig | ↔ funny — amusing; comical |
• divertido | → Witzbold | ↔ wit — A person who tells funny anecdotes or jokes |
• divertido | → lustig; gern | ↔ leuk — prettig, grappig, aangenaam |
• divertido | → ulkig; lustig; spassig | ↔ grappig — de lust tot (glim-) lachen opwekkend |
• divertido | → fröhlich; freudig; froh | ↔ blij — vrolijk van stemming |
• divertido | → ulkig; lustig; spaßig; amüsant; drollig; unterhaltend; unterhaltsam; ergötzlich; belustigend; kurzweilig | ↔ drôle — Comique, marrant, rigolo. (Sens général). |
divertir:
-
divertir (entretener)
-
divertir (agradar; gustar; parecer bien; gozar; deleitarse; disfrutar; recrearse; aprobar)
Conjugations for divertir:
presente
- divierto
- diviertes
- divierte
- divertimos
- divertís
- divierten
imperfecto
- divertía
- divertías
- divertía
- divertíamos
- divertíais
- divertían
indefinido
- divertí
- divertiste
- divertió
- divertimos
- divertisteis
- divertieron
fut. de ind.
- divertiré
- divertirás
- divertirá
- divertiremos
- divertiréis
- divertirán
condic.
- divertiría
- divertirías
- divertiría
- divertiríamos
- divertiríais
- divertirían
pres. de subj.
- que divierta
- que diviertas
- que divierta
- que divertamos
- que divertáis
- que diviertan
imp. de subj.
- que divertiera
- que divertieras
- que divertiera
- que divertiéramos
- que divertierais
- que divertieran
miscelánea
- ¡divierte!
- ¡divertid!
- ¡no diviertas!
- ¡no divertáis!
- divertido
- divertiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor divertir:
Synoniemen voor "divertir":
Wiktionary: divertir
divertir
Cross Translation:
verb
-
etwas aufsagen, vorführen, vorspielen zur Zerstreuung
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• divertir | → erheitern; belustigen | ↔ amuse — to cause laughter |
• divertir | → unterhalten | ↔ entertain — to amuse |
• divertir | → unterhalten; belustigen; amüsieren | ↔ vermaken — iemand prettig en leuk bezighouden |
• divertir | → amüsieren | ↔ amuseren — op aangename wijze een indruk op iemand maken, iemand doen (glim)lachen |
• divertir | → unterhalten; amüsieren; belustigen; ergötzen; vergnügen | ↔ amuser — divertir par des choses agréables. |
Computer vertaling door derden: