Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: task

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: task

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. task:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. task:

Engels

Uitgebreide vertaling voor task (Engels) in het Zweeds

task:

task [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the task (school task; chore; workpiece)
    hemläxa; hemuppgift; skoluppgift
  2. the task (assignment; problematical case; summary; )
    problem; uppgift
    • problem [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the task (chore; job)
    uppgift; syssla; jobb
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
    • syssla [-en] zelfstandig naamwoord
    • jobb [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. the task (chore; labour; workpiece; )
    jobb; uppgift; syssla; arbete
    • jobb [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
    • syssla [-en] zelfstandig naamwoord
    • arbete [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. the task (difficulty; problematical case)
    svårighet
  6. the task (to-do; to-do item)
    – A personal or work-related project, assignment, or errand to be tracked through to completion. 1
    uppgift; uppgifter; att göra-poster
  7. the task
    – A type of work item that records a development task or test task. 1
    uppgift
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
  8. the task
    – An action that a user accomplishes by using the Actions pane and the context-sensitive menu that affects non-Service Manager objects. 1
    uppgift
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord

task

  1. task (assignment)
    arbetsuppgift
  2. task
    pensum
  3. task (fúnction; duty; obligation)
    åliggande

Vertaal Matrix voor task:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbete chore; duties; labor; labour; task; work; working; workpiece activity; bustle; diligence; employment; function; industry; installment; instalment; job; occupation; position; post; profession; work; zeal
hemläxa chore; school task; task; workpiece
hemuppgift chore; school task; task; workpiece
jobb chore; duties; job; labor; labour; task; work; working; workpiece appointment; case; commission; contract; function; installment; instalment; job; nomination; position; post; profession; work
problem assignment; problem; problematical case; problems; question; statement; summary; task case; discomforts; hitch; issue; issues; matter; miseries; misery; point of discussion; problem; problems; question; trouble; troubles
skoluppgift chore; school task; task; workpiece
svårighet difficulty; problematical case; task difficulty
syssla chore; duties; job; labor; labour; task; work; working; workpiece
uppgift assignment; chore; duties; job; labor; labour; problem; problematical case; problems; question; statement; summary; task; to-do; to-do item; work; working; workpiece assignment; command; cue; instruction; motto; order; parole; shibboleth
uppgifter task; to-do; to-do item duties
- chore; job; labor; labour; project; undertaking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- tax
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uppgifter to-do
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
att göra-poster task; to-do; to-do item
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsuppgift assignment; task
pensum task
åliggande duty; fúnction; obligation; task duty; obligation

Verwante woorden van "task":

  • tasks

Synoniemen voor "task":


Verwante definities voor "task":

  1. a specific piece of work required to be done as a duty or for a specific fee2
    • the endless task of classifying the samples2
  2. any piece of work that is undertaken or attempted2
  3. use to the limit2
  4. assign a task to2
    • I tasked him with looking after the children2
  5. An action that diagnoses or repairs a problem. A task can also automate a management process.1
  6. A personal or work-related project, assignment, or errand to be tracked through to completion.1
  7. A type of work item that records a development task or test task.1
  8. An action that a user accomplishes by using the Actions pane and the context-sensitive menu that affects non-Service Manager objects.1

Wiktionary: task

task
noun
  1. piece of work done as part of one’s duties
Cross Translation:
FromToVia
• task → uppgift ↔ Aufgabe — etwas, das zu erledigen ist; Arbeitsauftrag
• task → uppgift ↔ tâche — travail donner à accomplir.

Verwante vertalingen van task



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor task (Zweeds) in het Engels

task:

task

  1. task
    cock; prick

Vertaal Matrix voor task:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cock avtryckare; hane; kran; penis; snopp; tupp
prick bastard; penis; skithuvud; snopp
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prick genomborra; göra hål i; nåla upp; picka; sticka; sticka med vasst föremål; stinga
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cock task hanne; kuk; osäkra; pitt; snorre
prick task kuk; pitt; stickas; sting







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0756 seconde
Page rendered in 1.0 seconds