Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. shoo:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor shoo (Engels) in het Zweeds

shoo:

shoo bijvoeglijk naamwoord

  1. shoo (away; go; push off)
    iväg med dig; schas

Vertaal Matrix voor shoo:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- shoo away; shoo off
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
iväg med dig away; go; push off; shoo
schas away; go; push off; shoo

Synoniemen voor "shoo":


Verwante definities voor "shoo":

  1. drive away by crying `shoo!'1

Wiktionary: shoo

shoo
verb
  1. to induce someone to leave
interjection
  1. go away

Cross Translation:
FromToVia
shoo puffa; stöta; driva; fösa pousser — Faire pression contre quelqu’un ou contre quelque chose, pour le déplacer ou l’ôter de sa place.

Verwante vertalingen van shoo