Room: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

room:
- rum; kammare; hall; stort rum; hotell rum; grupprum
- utrymme
Wiktionary:
- room → plats, utrymme, rum
- room → gemak, plats, rum, mellanrum, avstånd, kammare

Engels

Uitgebreide vertaling voor room (Engels) in het Zweeds

the room (chamber)
rum; kammare
- rum [-ett] zelfstandig naamwoord
- kammare zelfstandig naamwoord
the room (hall; chamber)
rum; hall; stort rum
- rum [-ett] zelfstandig naamwoord
- hall [-en] zelfstandig naamwoord
- stort rum zelfstandig naamwoord
the room (hotel room; guest chamber)
hotell rum
- hotell rum zelfstandig naamwoord
the room (breakout room)

– A shared space where smaller groups of attendees can meet separately. ¹
rum; grupprum
- rum [-ett] zelfstandig naamwoord
- grupprum

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hall	chamber; hall; room	entrance-hall; foyer; hall; lobby; portal; vestibule
hotell rum	guest chamber; hotel room; room
kammare	chamber; room	little room; small room
rum	breakout room; chamber; hall; room	auditoriums; chambers; halls; rooms; spaces; voids; wards
stort rum	chamber; hall; room
-	elbow room; way
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	board
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
grupprum	breakout room; room
utrymme		extent; space
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
utrymme	room; space

an area within a building enclosed by walls and floor and ceiling²
- the rooms were very small but they had a nice view²
the people who are present in a room²
- the whole room was cheering²
space for movement²
- room to pass²
opportunity for²
- room for improvement²
live and take one's meals at or in²
- she rooms in an old boarding house²
A shared space where smaller groups of attendees can meet separately.¹

room

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• room	→ gemak	↔ Gemach — gehoben: stilvoll und exklusiv eingerichteter Wohnraum
• room	→ plats	↔ Platz — ohne Plural: verfügbarer Raum
• room	→ rum	↔ Raum — zum Aufenthalt oder für unterschiedliche Nutzung bestimmter, von allen Seiten umschlossener Bereich
• room	→ rum	↔ Zimmer — Raum in einem Haus oder einer Wohnung, der für den Aufenthalt von Personen bestimmt ist
• room	→ mellanrum; avstånd	↔ espace — Étendue limitée
• room	→ gemak; kammare	↔ salle — pièce d’un bâtiment.