Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. jail:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor jail (Engels) in het Zweeds

jail:

jail [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jail (prison; penitentiary; detention centre; )
    fängelse

jail

  1. jail (gaol; custody)

Vertaal Matrix voor jail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fängelse convict prison; correctional center; detention centre; jail; penitentiary; prison; prison camp
- clink; gaol; jailhouse; pokey; poky; slammer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
häkte custody; gaol; jail

Verwante woorden van "jail":


Synoniemen voor "jail":


Verwante definities voor "jail":

  1. a correctional institution used to detain persons who are in the lawful custody of the government (either accused persons awaiting trial or convicted persons serving a sentence)1

Wiktionary: jail


Cross Translation:
FromToVia
jail bur Bau — Gelegentlich umgangssprachlich für Gefängnis, der Ort an dem Verbrecher eingesperrt werden
jail fängelse Gefängnis — Gebäude oder Anlage, in dem Personen, die vom Gericht zu einer unbedingten Haftstrafe verurteilt wurden, unter Verschluss gehalten werden
jail häkte; kåk; finka; kurra Knast — (umgangssprachlich) Gefängnis
jail bura in; spärra in einsperren — (umgangssprachlich) eine Person gefangensetzen
jail fängelse; cell prisonendroit closenfermer les personnes condamnés à une peine de privation de liberté ou les prévenus en attente de jugement.

Verwante vertalingen van jail