Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. infiltrator:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor infiltrator (Engels) in het Zweeds

infiltrator:

infiltrator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the infiltrator (spy; interloper; intruder; sneak-thief)
    infiltrant; inbrytare
  2. the infiltrator (burglar; thief; intruder; )
    fasadklättrare; inbrottstjuv; inkräktare

Vertaal Matrix voor infiltrator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fasadklättrare burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief cat-burglar
inbrottstjuv burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief cat-burglar; intruder; sneak thief; trespasser
inbrytare infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; spy
infiltrant infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; spy
inkräktare burglar; cat burglar; cracksman; housebreaker; infiltrator; interloper; intruder; sneak-thief; thief intruder; sneak thief; trespasser; usurper

Verwante woorden van "infiltrator":

  • infiltrators

Synoniemen voor "infiltrator":


Verwante definities voor "infiltrator":

  1. an intruder (as troops) with hostile intent1
  2. someone who takes up a position surreptitiously for the purpose of espionage1

Wiktionary: infiltrator

infiltrator
noun
  1. One who infiltrates