Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. havoc:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor havoc (Engels) in het Zweeds

havoc:

havoc [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the havoc (destruction; demolition; devastation; ravage)
    förstörelse
  2. the havoc (ravage; devastation; destruction)
    förödelse; härjning

Vertaal Matrix voor havoc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förstörelse demolition; destruction; devastation; havoc; ravage destruction
förödelse destruction; devastation; havoc; ravage
härjning destruction; devastation; havoc; ravage
- mayhem

Synoniemen voor "havoc":


Verwante definities voor "havoc":

  1. violent and needless disturbance1

Wiktionary: havoc


Cross Translation:
FromToVia
havoc tumult bagarreTraductions à trier suivant le sens.