Wheels in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

wheels:
- hjul
wheel:
- styrhjul; ratt; kvarn
- rulla; trilla
Wiktionary:
- wheels → fordon, åkdon
- wheel → hjul, ratt
- wheel → styre, hjul

Engels

Uitgebreide vertaling voor wheels (Engels) in het Zweeds

wheels:

wheels [the ~] zelfstandig naamwoord

the wheels
hjul
- hjul [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wheels:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hjul	wheels

Verwante woorden van "wheels":

wheel

Wiktionary: wheels

Cross Translation:

From	To	Via
• wheels	→ fordon; åkdon	↔ bagnole — France\|fr (familier, fr) voiture, automobile.

wheel:

wheel [the ~] zelfstandig naamwoord

the wheel (steering-wheel; handle-bar; steerage; driving-wheel; controls; steering-gear)

– a handwheel that is used for steering ¹
styrhjul; ratt
- styrhjul zelfstandig naamwoord
- ratt [-en] zelfstandig naamwoord
the wheel (windmill; cartwheel; carriage wheel; mill wheel)
kvarn
- kvarn [-en] zelfstandig naamwoord

to wheel werkwoord (wheels, wheeled, wheeling)

to wheel (trundle; cart)

– wheel somebody or something ¹
rulla; trilla
- rulla werkwoord (rullar, rullade, rullat)
- trilla werkwoord (trillar, trillade, trillat)

Conjugations for wheel:

present

wheel
wheel
wheels
wheel
wheel
wheel

simple past

wheeled
wheeled
wheeled
wheeled
wheeled
wheeled

present perfect

have wheeled
have wheeled
has wheeled
have wheeled
have wheeled
have wheeled

past continuous

was wheeling
were wheeling
was wheeling
were wheeling
were wheeling
were wheeling

future

shall wheel
will wheel
will wheel
shall wheel
will wheel
will wheel

continuous present

am wheeling
are wheeling
is wheeling
are wheeling
are wheeling
are wheeling

subjunctive

be wheeled
be wheeled
be wheeled
be wheeled
be wheeled
be wheeled

diverse

wheel!
let's wheel!
wheeled
wheeling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor wheel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kvarn	carriage wheel; cartwheel; mill wheel; wheel; windmill	mill
ratt	controls; driving-wheel; handle-bar; steerage; steering-gear; steering-wheel; wheel	steering shaft
styrhjul	controls; driving-wheel; handle-bar; steerage; steering-gear; steering-wheel; wheel	driving wheels; driving-wheels; flywheels; steering-wheels
-	bicycle; bike; cycle; rack; roulette wheel; steering wheel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rulla	cart; trundle; wheel	flounder; roll; roll away; scroll; taxi
trilla	cart; trundle; wheel
-	bicycle; bike; cycle; pedal; roll; wheel around

Verwante woorden van "wheel":

wheeling, wheels

Synoniemen voor "wheel":

machine; simple machine
steering wheel; handwheel
force
helm
roulette wheel; game equipment
rack; instrument of torture
bicycle; bike; cycle; wheeled vehicle
wheel around; revolve; go around; rotate
transport
roll; travel; go; move; locomote
bicycle; cycle; bike; pedal; ride

Verwante definities voor "wheel":

a wheeled vehicle that has two wheels and is moved by foot pedals¹
an instrument of torture that stretches or disjoints or mutilates victims¹
game equipment consisting of a wheel with slots that is used for gambling; the wheel rotates horizontally and players bet on which slot the roulette ball will stop in¹
a handwheel that is used for steering¹
a simple machine consisting of a circular frame with spokes (or a solid disc) that can rotate on a shaft or axle (as in vehicles or other machines)¹
a circular helm to control the rudder of a vessel¹
forces that provide energy and direction¹
- the wheels of government began to turn¹
move along on or as if on wheels or a wheeled vehicle¹
ride a bicycle¹
change directions as if revolving on a pivot¹
- They wheeled their horses around and left¹
wheel somebody or something¹

Wiktionary: wheel

wheel

noun

a circular device facilitating movement or transportation
- wheel → hjul
steering wheel and its implied control of a vehicle
- wheel → ratt
steering device in a vessel
- wheel → ratt

Cross Translation:

From	To	Via
• wheel	→ styre	↔ stuur — een hulpmiddel waarmee een bestuurder richting kan geven aan een voertuig
• wheel	→ hjul	↔ wiel — ronddraaiende schijf
• wheel	→ hjul	↔ roue — objet de forme circulaire, destiné à tourner autour d'un axe et permettant à un véhicule de rouler.

Verwante vertalingen van wheels

Remove Ads

Vertaal wheels van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor wheels (Engels) in het Zweeds

wheels:

wheels [the ~] zelfstandig naamwoord

the wheels

Vertaal Matrix voor wheels:

Verwante woorden van "wheels":

Wiktionary: wheels

wheel:

wheel [the ~] zelfstandig naamwoord

the wheel (steering-wheel; handle-bar; steerage; driving-wheel; controls; steering-gear)

the wheel (windmill; cartwheel; carriage wheel; mill wheel)

to wheel werkwoord (wheels, wheeled, wheeling)

to wheel (trundle; cart)

Conjugations for wheel:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor wheel:

Verwante woorden van "wheel":

Synoniemen voor "wheel":

Verwante definities voor "wheel":

Wiktionary: wheel

Verwante vertalingen van wheels