Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal wearying

Vertaal wearying van Engels naar Zweeds

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

weary:
- utmattad; utmattat; trött; kraftlöst; missmodigt; missmodig
- trötta; utmatta
- förtröttas
Wiktionary:
- weary → trött
- weary → trötta, trötta ut, tröttna
- weary → trötta, uttrötta

Engels

Uitgebreide vertaling voor wearying (Engels) in het Zweeds

wearying:

Vertaal Matrix voor wearying:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	exhausting; tiring; wearing

Synoniemen voor "wearying":

exhausting; tiring; wearing; effortful

Verwante definities voor "wearying":

producing exhaustion¹

wearying vorm van weary:

weary bijvoeglijk naamwoord

weary (tired)

– physically and mentally fatigued ¹
utmattad; utmattat
- utmattad bijvoeglijk naamwoord
- utmattat bijvoeglijk naamwoord
weary (dull; languid; tired; frosted)

– physically and mentally fatigued ¹
trött; kraftlöst; missmodigt; missmodig
- trött bijvoeglijk naamwoord
- kraftlöst bijvoeglijk naamwoord
- missmodigt bijvoeglijk naamwoord
- missmodig bijvoeglijk naamwoord

weary werkwoord

weary (tire; tyre)
trötta; utmatta
- trötta werkwoord (tröttar, tröttade, tröttat)
- utmatta werkwoord (utmattar, utmattade, utmattat)

weary

weary (tyre; grow weary; tire)
förtröttas
- förtröttas

Vertaal Matrix voor weary:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
trötta	tire; tyre; weary	fatigue; tire; tire out; tyre; wear out
utmatta	tire; tyre; weary	tire out; wear out
-	fatigue; jade; pall; tire; tyre
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	aweary
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
förtröttas	grow weary; tire; tyre; weary
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kraftlöst	dull; frosted; languid; tired; weary	abstemious; bad; faint; feeble; frail; helpless; impotent; pale; poor; sick; slackly; unable; wan; weak
missmodig	dull; frosted; languid; tired; weary	dejected; despondent; discouraged; disheartened; dispirited; gloomy
missmodigt	dull; frosted; languid; tired; weary	dejected; despondent; discouraged; disheartened; dispirited; gloomy
trött	dull; frosted; languid; tired; weary	overcome with sleep; sleepy; worn
utmattad	tired; weary	jaded; put oneself out
utmattat	tired; weary	jaded; put oneself out

Verwante woorden van "weary":

weariness, wearying, wearier, weariest

Synoniemen voor "weary":

aweary; tired
tire; wear upon; tire out; wear; jade; wear out; outwear; wear down; fag out; fag; fatigue; indispose
pall; devolve; deteriorate; drop; degenerate

Antoniemen van "weary":

refresh

Verwante definities voor "weary":

physically and mentally fatigued¹
lose interest or become bored with something or somebody¹

Wiktionary: weary

weary

adjective

feeling of being mentally fatigued
- weary → trött
expressive of fatigue
- weary → trött

verb

to make weary
- weary → trötta; trötta ut
to become weary
- weary → tröttna

Cross Translation:

From	To	Via
• weary	→ trötta; uttrötta	↔ fatiguer — affaiblir par une trop grande dépense de force.
• weary	→ trötta; uttrötta	↔ lasser — désuet\|fr rendre las.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University