Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal waters

Vertaal waters van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. waters:
  2. water:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor waters (Engels) in het Zweeds

waters:

waters

  1. waters
    farvatten

Vertaal Matrix voor waters:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- amnionic fluid; amniotic fluid
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
farvatten waters

Verwante woorden van "waters":


Synoniemen voor "waters":


Verwante definities voor "waters":

  1. the serous fluid in which the embryo is suspended inside the amnion1
    • before a woman gives birth her waters break1

Wiktionary: waters

Cross Translation:
FromToVia
• waters → vattenmassa; vatten; vattendrag; farvatten ↔ Gewässer — ein von stehendem oder fließendem Wasser bedeckter Teil der Erdoberfläche
• waters → vatten; farvatten ↔ Gewässer — nur Plural: Teil des Meeres, der einem bestimmten oder keinem Staat gehört

water:

water [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the water
    vatten
    • vatten [-ett] zelfstandig naamwoord

to water werkwoord (waters, watered, watering)

  1. to water (squirt water upon; wet)
    spruta vatten på
    • spruta vatten på werkwoord (sprutar vatten på, sprutade vatten på, sprutat vatten på)
  2. to water (tear; weep)
    lipa; gråta; tjuta; grina; böla
    • lipa werkwoord (lipar, lipade, lipat)
    • gråta werkwoord (gråter, grät, gråtit)
    • tjuta werkwoord (tjutar, tjutade, tjutat)
    • grina werkwoord (grinar, grinade, grinat)
    • böla werkwoord (bölar, bölade, bölat)
  3. to water (sprinkle; wet)
    vattna; blöta; spruta
    • vattna werkwoord (vattnar, vattnade, vattnat)
    • blöta werkwoord (blötar, blötte, blött)
    • spruta werkwoord (sprutar, sprutade, sprutat)
  4. to water (let drink)
    vattna; låta dricka
    • vattna werkwoord (vattnar, vattnade, vattnat)
    • låta dricka werkwoord (låter dricka, låt dricka, låtit dricka)
  5. to water (irrigate)
    irrigera; vattna; bevattna
    • irrigera werkwoord (irrigerar, irrigerade, irrigerat)
    • vattna werkwoord (vattnar, vattnade, vattnat)
    • bevattna werkwoord (bevattnar, bevattnade, bevattnat)

Conjugations for water:

present
  1. water
  2. water
  3. waters
  4. water
  5. water
  6. water
simple past
  1. watered
  2. watered
  3. watered
  4. watered
  5. watered
  6. watered
present perfect
  1. have watered
  2. have watered
  3. has watered
  4. have watered
  5. have watered
  6. have watered
past continuous
  1. was watering
  2. were watering
  3. was watering
  4. were watering
  5. were watering
  6. were watering
future
  1. shall water
  2. will water
  3. will water
  4. shall water
  5. will water
  6. will water
continuous present
  1. am watering
  2. are watering
  3. is watering
  4. are watering
  5. are watering
  6. are watering
subjunctive
  1. be watered
  2. be watered
  3. be watered
  4. be watered
  5. be watered
  6. be watered
diverse
  1. water!
  2. let's water!
  5. watered
  6. watering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

water

  1. water (pour upon; soak)
    begjuta

Vertaal Matrix voor water:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lipa sob; whine
vatten water
- H2O; body of water; pee; piddle; piss; urine; water supply; water system; weewee
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevattna irrigate; water
blöta sprinkle; water; wet dampen; moisten; soak; soften off; wet
böla tear; water; weep bellow; bleat; cry out; roar; scream; shout; shriek; squall; yell
grina tear; water; weep blubber; cry; grimace; grin; smirk; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine
gråta tear; water; weep blubber; cry; groan; let on; moan; shout; shriek; sob; squeal; tell tales; wail; weep; whimper
irrigera irrigate; water
lipa tear; water; weep blubber; cry; let on; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; squeal; tell tales; whimper; whine
låta dricka let drink; water
spruta sprinkle; water; wet
spruta vatten på squirt water upon; water; wet
tjuta tear; water; weep bark; bawl; bellow; blare; blubber; boom; clatter; cry; cry out; let someone have it; rage; rant; rant & rage; roar; scream; shout; shriek; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine; yell
vattna irrigate; let drink; sprinkle; water; wet
- irrigate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
begjuta pour upon; soak; water

Verwante woorden van "water":


Synoniemen voor "water":


Verwante definities voor "water":

  1. a facility that provides a source of water1
    • first you have to cut off the water1
  2. a liquid necessary for the life of most animals and plants1
    • he asked for a drink of water1
  3. the part of the earth's surface covered with water (such as a river or lake or ocean)1
    • they invaded our territorial waters1
    • they were sitting by the water's edge1
  4. binary compound that occurs at room temperature as a clear colorless odorless tasteless liquid; freezes into ice below 0 degrees centigrade and boils above 100 degrees centigrade; widely used as a solvent1
  5. once thought to be one of four elements composing the universe (Empedocles)1
  6. liquid excretory product1
    • the child had to make water1
  7. secrete or form water, as tears or saliva1
    • My mouth watered at the prospect of a good dinner1
    • His eyes watered1
  8. supply with water, as with channels or ditches or streams1
  9. fill with tears1
    • His eyes were watering1
  10. provide with water1
    • We watered the buffalo1

Wiktionary: water

water
noun
  1. clear liquid H₂O
  2. one of the four elements in alchemy
  3. body of water, or specific part of it
verb
  1. to pour water into the soil surrounding (plants)
  2. to provide (animals) with water
  3. colloquial: to urinate
  4. dilute
Cross Translation:
FromToVia
• water → vatten ↔ Wasser — kein Plural: die chemische Verbindung (Diwasserstoffoxid), der Stoff H2O in flüssigem Aggregatzustand, die aus Wasserstoff und Sauerstoff zusammengesetzt ist
• water → bevattna ↔ bewässern — ein Feld, eine Plantage etc. mit Wasser für die Pflanzen versorgen
• water → vattna ↔ gießen — (transitiv) Pflanzen mit Wasser versorgen
• water → vattna; överhopa ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval).
• water → vatten ↔ eau — Liquide transparent

Verwante vertalingen van waters







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0375 seconde
Page rendered in 1.0 seconds