Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal wallops

Vertaal wallops van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wallops:
  2. wallop:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor wallops (Engels) in het Zweeds

wallops:

wallops [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wallops (punches; clips; belts; clouts)
    slag
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wallops:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slag belts; clips; clouts; punches; wallops blow; buffer; bump; bumper; clout; clump; jab; kind; knock; lapel; nudge; plashing; punch; punches; push; shocks; shove; slap; sloshing; smack; thrust; wallop; whopper

Verwante woorden van "wallops":


wallop:

wallop [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wallop (clout; smack; slap; punch)
    – a severe blow 1
    stöt; knuff; puff
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • knuff [-en] zelfstandig naamwoord
    • puff [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the wallop (punch; nudge; whopper; )
    – a severe blow 1
    stöt; duns; slag; knuff; örfil
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • duns [-en] zelfstandig naamwoord
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • knuff [-en] zelfstandig naamwoord
    • örfil [-en] zelfstandig naamwoord

to wallop werkwoord (wallops, walloped, walloping)

  1. to wallop (thwack; cudgel; drub)
    – hit hard 1
    klå upp; prygla
    • klå upp werkwoord (klår upp, klådde upp, klått upp)
    • prygla werkwoord (pryglar, pryglade, pryglat)
  2. to wallop (cudgel)
    – hit hard 1
    klå upp; prygla; ge stryk; spöa upp
    • klå upp werkwoord (klår upp, klådde upp, klått upp)
    • prygla werkwoord (pryglar, pryglade, pryglat)
    • ge stryk werkwoord (ger stryk, gav stryk, givit stryk)
    • spöa upp werkwoord (spöar upp, spöade upp, spöat upp)

Conjugations for wallop:

present
  1. wallop
  2. wallop
  3. wallops
  4. wallop
  5. wallop
  6. wallop
simple past
  1. walloped
  2. walloped
  3. walloped
  4. walloped
  5. walloped
  6. walloped
present perfect
  1. have walloped
  2. have walloped
  3. has walloped
  4. have walloped
  5. have walloped
  6. have walloped
past continuous
  1. was walloping
  2. were walloping
  3. was walloping
  4. were walloping
  5. were walloping
  6. were walloping
future
  1. shall wallop
  2. will wallop
  3. will wallop
  4. shall wallop
  5. will wallop
  6. will wallop
continuous present
  1. am walloping
  2. are walloping
  3. is walloping
  4. are walloping
  5. are walloping
  6. are walloping
subjunctive
  1. be walloped
  2. be walloped
  3. be walloped
  4. be walloped
  5. be walloped
  6. be walloped
diverse
  1. wallop!
  2. let's wallop!
  5. walloped
  6. walloping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor wallop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duns blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper bump; thud; thump
knuff blow; clout; jab; nudge; punch; slap; smack; wallop; whopper nudge; thrust
puff clout; punch; slap; smack; wallop burst; drag; gleam; nudge; puff; pull; waft; whiff
slag blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper belts; blow; buffer; bump; bumper; clips; clouts; clump; jab; kind; knock; lapel; nudge; plashing; punch; punches; push; shocks; shove; slap; sloshing; smack; thrust; wallops
stöt blow; clout; jab; nudge; punch; slap; smack; wallop; whopper blow; buffer; bump; bumper; bumping; jab; jolting; nudge; punch; push; shove; thrust; thud; thump
örfil blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper blow; box on the ear; punch on the jaw; slap; slap in the face; smack
- impact
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ge stryk cudgel; wallop
klå upp cudgel; drub; thwack; wallop beat up; castigate; drub; fawn; flog; knock about; lash; lick; lick off; rack; trounce; whack; whip
prygla cudgel; drub; thwack; wallop bind; lash; tie
spöa upp cudgel; wallop
- whack; wham; whop
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stöt impact

Verwante woorden van "wallop":


Synoniemen voor "wallop":


Verwante definities voor "wallop":

  1. a severe blow1
  2. a forceful consequence; a strong effect1
    • the book packs a wallop1
  3. defeat soundly and utterly1
    • We'll wallop them!1
  4. hit hard1

Wiktionary: wallop

Cross Translation:
FromToVia
• wallop → banka; drabba; slå ↔ battre — frapper de coups répétés.
• wallop → knacka; banka; drabba; slå ↔ heurter — entrer brusquement en contact.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0295 seconde
Page rendered in 1.0 seconds