Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor victor (Engels) in het Zweeds

victor:

victor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the victor (winner)
    segrare; vinnare
  2. the victor (triumphator; conqueror; winner)
    övervinnare; segrare; triumfator; erövrare

victor

  1. victor (conqueror)

Vertaal Matrix voor victor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erövrare conqueror; triumphator; victor; winner conqueror
segrare conqueror; triumphator; victor; winner conqueror; victors; winners
triumfator conqueror; triumphator; victor; winner
vinnare victor; winner hit; sure card; victors; winner; winners
övervinnare conqueror; triumphator; victor; winner
- master; superior; winner
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
segerherre conqueror; victor

Verwante woorden van "victor":


Synoniemen voor "victor":


Antoniemen van "victor":


Verwante definities voor "victor":

  1. a combatant who is able to defeat rivals1
  2. the contestant who wins the contest1