Vestment in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

vestment:
- skrud; ämbetsdräkt; mässhake
vest:
- cardigan
Wiktionary:
- vest → väst, linne
- vest → skjorta, undertröja, väst

Engels

Uitgebreide vertaling voor vestment (Engels) in het Zweeds

vestment:

vestment [the ~] zelfstandig naamwoord

the vestment (habit; robe; sacerdotal vestment)
skrud; ämbetsdräkt; mässhake
- skrud [-en] zelfstandig naamwoord
- ämbetsdräkt zelfstandig naamwoord
- mässhake [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vestment:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mässhake	habit; robe; sacerdotal vestment; vestment
skrud	habit; robe; sacerdotal vestment; vestment	robe; tabard
ämbetsdräkt	habit; robe; sacerdotal vestment; vestment	robe; robe of state; tabard

Verwante woorden van "vestment":

vestments, vest

Synoniemen voor "vestment":

gown; robe

Verwante definities voor "vestment":

gown (especially ceremonial garments) worn by the clergy¹

vest:

vest [the ~] zelfstandig naamwoord

the vest (cardigan; waistcoat)
cardigan
- cardigan zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vest:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cardigan	cardigan; vest; waistcoat
-	singlet; undershirt; waistcoat
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	enthrone; invest; robe

Verwante woorden van "vest":

vestment, vests

Synoniemen voor "vest":

waistcoat; garment
singlet; undershirt; undergarment; unmentionable
invest; enthrone; install
give
change hands; change owners
dress; dress up
robe; clothe; enclothe; garb; raiment; tog; garment; habilitate; fit out; apparel

Antoniemen van "vest":

divest

Verwante definities voor "vest":

a collarless men's undergarment for the upper part of the body¹
a man's sleeveless garment worn underneath a coat¹
clothe formally; especially in ecclesiastical robes¹
clothe oneself in ecclesiastical garments¹
become legally vested¹
- The property vests in the trustees¹
place (authority, property, or rights) in the control of a person or group of persons¹
- She vested her vast fortune in her two sons¹
provide with power and authority¹
- They vested the council with special rights¹

Wiktionary: vest

vest

noun

garment worn over a shirt
- vest → väst
garment worn under a shirt
- vest → linne

Cross Translation:

From	To	Via
• vest	→ skjorta; undertröja	↔ Hemd — Teil der Oberbekleidung für den Oberkörper, vor allem für Männer
• vest	→ skjorta	↔ Oberhemd — Teil der Oberbekleidung für den Oberkörper, vor allem für Männer
• vest	→ väst	↔ Weste — Kleidung: ein ärmelloses Kleidungsstück der Herrenoberbekleidung

Verwante vertalingen van vestment

sacerdotal vestment

Remove Ads

Vertaal vestment van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vestment (Engels) in het Zweeds

vestment:

vestment [the ~] zelfstandig naamwoord

the vestment (habit; robe; sacerdotal vestment)

Vertaal Matrix voor vestment:

Verwante woorden van "vestment":

Synoniemen voor "vestment":

Verwante definities voor "vestment":

vest:

vest [the ~] zelfstandig naamwoord

the vest (cardigan; waistcoat)

Vertaal Matrix voor vest:

Verwante woorden van "vest":

Synoniemen voor "vest":

Antoniemen van "vest":

Verwante definities voor "vest":

Wiktionary: vest

Verwante vertalingen van vestment