Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. unclean:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor unclean (Engels) in het Zweeds

unclean:

unclean bijvoeglijk naamwoord

  1. unclean (grubby; unhygienic; dirty)
    smutsig; oren; orent
    • smutsig bijvoeglijk naamwoord
    • oren bijvoeglijk naamwoord
    • orent bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor unclean:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- dirty; impure; soiled
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
oren pollute
orent pollute
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oren dirty; grubby; unclean; unhygienic churlish; dirty; fastidious; filthy; grimy; grubby; smutty
orent dirty; grubby; unclean; unhygienic churlish; dirty; fastidious; filthy; grimy; grubby; smutty
smutsig dirty; grubby; unclean; unhygienic churlish; dirty; dowdy; fastidious; filthy; grimy; grubby; hoggish; shoddy; sloppy; slovenly; smutty

Verwante woorden van "unclean":


Synoniemen voor "unclean":


Antoniemen van "unclean":


Verwante definities voor "unclean":

  1. soiled or likely to soil with dirt or grime1
    • wore an unclean shirt1
  2. having a physical or moral blemish so as to make impure according to dietary or ceremonial laws1
    • unclean meat1
    • and the swine...is unclean to you1

Wiktionary: unclean

unclean
adjective
  1. dirty, soiled or foul
  2. not moral or chaste