Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. twentieth:
  2. twenty:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor twentieth (Engels) in het Zweeds

twentieth:

twentieth bijvoeglijk naamwoord

  1. twentieth
    tjugonde

Vertaal Matrix voor twentieth:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- 20th
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjugonde twentieth
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjugonde twentieth

Verwante woorden van "twentieth":


Synoniemen voor "twentieth":


Verwante definities voor "twentieth":

  1. coming next after the nineteenth in position1
  2. position 20 in a countable series of things1

Wiktionary: twentieth

twentieth
adjective
  1. ordinal
noun
  1. portion of whole

Cross Translation:
FromToVia
twentieth tjugonde zwanzigsteOrdnungszahl: nach dem beziehungsweise der neunzehnten kommend; dem einundzwanzigsten vorausgehend
twentieth tjugondel vingtième — Fraction

twentieth vorm van twenty:

twenty bijvoeglijk naamwoord

  1. twenty
    tjugo
    • tjugo bijvoeglijk naamwoord

twenty

  1. twenty

Vertaal Matrix voor twenty:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- 20; XX; twenty dollar bill
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- 20; xx
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjugolapp twenty
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tjugo twenty

Verwante woorden van "twenty":


Synoniemen voor "twenty":

  • 20; xx; cardinal
  • 20; XX; large integer
  • twenty dollar bill; bill; note; government note; bank bill; banker's bill; bank note; banknote; Federal Reserve note; greenback

Verwante definities voor "twenty":

  1. denoting a quantity consisting of 20 items or units1
  2. a United States bill worth 20 dollars1
  3. the cardinal number that is the sum of nineteen and one1

Wiktionary: twenty

twenty
numeral
  1. cardinal number

Cross Translation:
FromToVia
twenty tjugo ZwanzigMathematik: die natürliche Zahl zwischen der Neunzehn und der Einundzwanzig
twenty tjugo zwanzig — die Kardinalzahl zwischen neunzehn und einundzwanzig; s. a. zehn und dreißig
twenty tjugo zwanzigkurz für: zwanzig Jahre (alt)