Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tussling:
  2. tussle:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tussling (Engels) in het Zweeds

tussling:

tussling [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tussling (struggling; struggle; wrestle; wrestling; grappling)
    strid; kamp
    • strid [-en] zelfstandig naamwoord
    • kamp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tussling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kamp grappling; struggle; struggling; tussling; wrestle; wrestling competition; contest; game; match; play; set; struggle; wrestle
strid grappling; struggle; struggling; tussling; wrestle; wrestling battle; challenge; contest; dispute; fight; impugn; scuffle; struggle; tussle; war; wrestle

tussle:

tussle [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tussle (scuffle; fight)
    strid; slagsmål; handgemäng

tussle

  1. tussle (bout; clash)
  2. tussle
  3. tussle
  4. tussle

Vertaal Matrix voor tussle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handgemäng fight; scuffle; tussle
slagsmål fight; scuffle; tussle
strid fight; scuffle; tussle battle; challenge; contest; dispute; grappling; impugn; struggle; struggling; tussling; war; wrestle; wrestling
- dogfight; hassle; rough-and-tumble; scuffle
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- muss; scuffle
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dust bout; clash; tussle
nappas tussle
nappatag tussle
tampas tussle

Verwante woorden van "tussle":

  • tussles

Synoniemen voor "tussle":


Verwante definities voor "tussle":

  1. disorderly fighting1
  2. make messy or untidy1
  3. fight or struggle in a confused way at close quarters1

Wiktionary: tussle

tussle
noun
  1. fight or struggle