Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tusk:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor tusk (Engels) in het Zweeds

tusk:

tusk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tusk
    bete; huggtand
    • bete [-ett] zelfstandig naamwoord
    • huggtand [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the tusk (eyetooth; canine; fang; dogtooth)
    hörntand; ögontand

Vertaal Matrix voor tusk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bete tusk bait; enticement; grass-land; lure; meadow-land; pasture
huggtand tusk
hörntand canine; dogtooth; eyetooth; fang; tusk eyetooth
ögontand canine; dogtooth; eyetooth; fang; tusk eyetooth
- ivory
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- detusk; horn

Verwante woorden van "tusk":

  • tusks

Synoniemen voor "tusk":


Verwante definities voor "tusk":

  1. a long pointed tooth specialized for fighting or digging; especially in an elephant or walrus or hog1
  2. a hard smooth ivory colored dentine that makes up most of the tusks of elephants and walruses1
  3. remove the tusks of animals1
    • tusk an elephant1
  4. stab or pierce with a horn or tusk1

Wiktionary: tusk


Cross Translation:
FromToVia
tusk bete défense — Dent