Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal troublemaker

Vertaal troublemaker van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. troublemaker:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor troublemaker (Engels) in het Zweeds

troublemaker:

troublemaker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the troublemaker (rioter; disturber of the peace; noisy fellow; )
    bråkmakare; upprorsmakare; orosstiftare
  2. the troublemaker (nuisance; pain in the neck; bore; pest; handful)
    elände; besvär; plåga; pest; otyg; olägenhet; bråkstake; oskick
    • elände [-ett] zelfstandig naamwoord
    • besvär [-ett] zelfstandig naamwoord
    • plåga [-en] zelfstandig naamwoord
    • pest [-en] zelfstandig naamwoord
    • otyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • olägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • bråkstake [-en] zelfstandig naamwoord
    • oskick [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. the troublemaker (quarreller; brawler; quarrelsome person; quarreler)
    bråkmakare

troublemaker

  1. troublemaker
    krångelmakare

Vertaal Matrix voor troublemaker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besvär bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker ailment; bother; complaint; difficulty; disease; disorder; distress; fuss; grief; hassle; hindrance; impediment; inconvenience; load; mess; misery; nuisance; obstacle; pain; sadness; sorrow; trouble; weight
bråkmakare brawler; disturber of the peace; firebrand; noisy fellow; peace-breaker; quarreler; quarreller; quarrelsome person; rioter; roisterer; rowdy; troublemaker Hell's Angel; Teddy boy; brawler; bruiser; discord sower; hooligan; loudmouth; quarrelsome person; roisterer; rowdy; rowdy person; trouble maker
bråkstake bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker Hell's Angel; Teddy boy; rowdy
elände bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker adversity; bad luck; dearth; destitution; hardship; lack; miserability; miseries; misery; misfortune; need; paucity; penury; poverty; reverse; sorrow; squalor; trouble; want; woes
olägenhet bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker bother; difficulty; disadvantage; drawback; hindrance; impediment; inconvenience; load; nuisance; obstacle; trouble; weight
orosstiftare disturber of the peace; noisy fellow; peace-breaker; rioter; roisterer; rowdy; troublemaker agitator; firebrand; firebrands; instigator
oskick bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker
otyg bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker
pest bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker epidemic; pestilence; plague
plåga bore; handful; nuisance; pain in the neck; pest; troublemaker
upprorsmakare disturber of the peace; noisy fellow; peace-breaker; rioter; roisterer; rowdy; troublemaker
- bad hat; mischief-maker; trouble maker; troubler
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plåga aggrieve; antagonise; antagonize; badger; be a nuisance; bully; harass; hurt; nag; offend; pester; provoke; tease; torment; torture
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
krångelmakare troublemaker
plåga harassment

Verwante woorden van "troublemaker":

  • troublemakers

Synoniemen voor "troublemaker":

  • trouble maker; troubler; mischief-maker; bad hat; unwelcome person; persona non grata

Verwante definities voor "troublemaker":

  1. someone who deliberately stirs up trouble1

Wiktionary: troublemaker

troublemaker
noun
  1. one who causes trouble, especially deliberately
Cross Translation:
FromToVia
• troublemaker → orosstiftare ↔ onrustzaaier — iemand die opschudding teweegbrengt met schrikbarende verhalen die vaak overdreven of gewoonweg onwaar zijn







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0304 seconde
Page rendered in 1.0 seconds