Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal toughness

Vertaal toughness van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. toughness:
  2. tough:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor toughness (Engels) in het Zweeds

toughness:

toughness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the toughness (doggedness)
    hårdhet
  2. the toughness
    tuffhet
    • tuffhet [-en] zelfstandig naamwoord

toughness

  1. toughness (leatheriness)
    seghet

Vertaal Matrix voor toughness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hårdhet doggedness; toughness bumpiness; grimness; harshness; obduracy; roughness; unevenness
tuffhet toughness
- formidability; huskiness; ruggedness; stamina; staying power; temper
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
seghet leatheriness; toughness

Verwante woorden van "toughness":


Synoniemen voor "toughness":


Verwante definities voor "toughness":

  1. impressive difficulty1
  2. the elasticity and hardness of a metal object; its ability to absorb considerable energy before cracking1
  3. the property of being big and strong1
  4. enduring strength and energy1

Wiktionary: toughness

Cross Translation:
FromToVia
• toughness → svårighet ↔ difficulté — Ce qui rendre une chose difficile.

tough:

tough bijvoeglijk naamwoord

  1. tough (difficult; awkward; burdensome; )
    svårt; svår
    • svårt bijvoeglijk naamwoord
    • svår bijvoeglijk naamwoord
  2. tough (forceful)
    tufft; seg; jobbigt; tuff; segt
    • tufft bijvoeglijk naamwoord
    • seg bijvoeglijk naamwoord
    • jobbigt bijvoeglijk naamwoord
    • tuff bijvoeglijk naamwoord
    • segt bijvoeglijk naamwoord
  3. tough (vigorous; drastic; strong; )
    energisk; kraftigt; energiskt
  4. tough (tricky; aggravating; incriminating)
    knepigt; listig; listigt
  5. tough (rigid; stiff)
    rigid; stel; stelt; styvt
    • rigid bijvoeglijk naamwoord
    • stel bijvoeglijk naamwoord
    • stelt bijvoeglijk naamwoord
    • styvt bijvoeglijk naamwoord
  6. tough (refractory; tenacious; obstinate; )
    uppstudsig; trotsig; obstinat; trotsigt; envist; motsträvigt; motspänstigt; motspänstig; oregerligt; uppstudsigt
  7. tough (sinewy; stringy)
    senig; senigt
    • senig bijvoeglijk naamwoord
    • senigt bijvoeglijk naamwoord

tough [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the tough (brute; thug; ruffian; madman)
    tuffing; buse; råskinn
    • tuffing [-en] zelfstandig naamwoord
    • buse [-en] zelfstandig naamwoord
    • råskinn [-ett] zelfstandig naamwoord

tough

  1. tough (hardy)
    hårdför; hårdfört
  2. tough (hard to kill)
    seglivad
  3. tough (strenuous)
    slitig
  4. tough (persevering; persistent; with staying power)
    uthållig

Vertaal Matrix voor tough:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buse brute; madman; ruffian; thug; tough bantam; basher; bully; fighter; hoodlum; hooligan; pester
listig cunning; down to the minutest details; nicety; shrewdness; slyness
råskinn brute; madman; ruffian; thug; tough Hell's Angel; Teddy boy; bruiser; rowdy; strong-arm boys; thugs
tuff tuff
tuffing brute; madman; ruffian; thug; tough
- bully; goon; hood; hoodlum; hooligan; punk; roughneck; rowdy; ruffian; street fighter; strong-armer; thug; toughie; yob; yobbo; yobo
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bad; baffling; elusive; hard; knotty; problematic; problematical; ruffianly; rugged; sturdy; toughened
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hårdför hardy; tough
hårdfört hardy; tough
kraftigt forcefully; powerfully
seglivad hard to kill; tough
slitig strenuous; tough
svårt seriously
uthållig persevering; persistent; tough; with staying power
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
energisk drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous
energiskt drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous active; drastic; dynamic; energetic; forceful; full of energy; lively; potent; powerful; spirited; strong; vigorous
envist boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous headstrong; obstinate; persevering; persistent; persisting; pigheaded; stiff-necked; stubborn; tenacious; wilful; willful
jobbigt forceful; tough
knepigt aggravating; incriminating; tough; tricky
kraftigt drastic; energetic; energetically; forceful; potent; powerful; robust; stout; strong; tough; vigorous big-boned; burly; detailed; drastic; effective; elaborate; emphatic; energetic; explicit; extensive; fierce; forceful; full of life; heavily built; heavily-built; heavy; heavyset; hefty; intense; large-limbed; massive; obese; potent; powerful; robust; severe; stocky; stout; strapping; strong; sturdy; vehement; vigorous; violent; vital; voluminous; with emphasis
listig aggravating; incriminating; tough; tricky astute; bright; calculating; clever; crafty; cunning; dodgy; ingenious; intelligent; roguish; sagacious; shrewd; skilful; skillful; slick; sly; smart; snaky; wily; wise
listigt aggravating; incriminating; tough; tricky astute; bald; bright; calculating; clever; crafty; cunning; dodgy; icy; immoral; ingenious; intelligent; lack of moral; obscene; roguish; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sleek; slick; slippery; slithery; sly; smart; smooth; smoothly; snaky; wily; wise
motspänstig boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous obstinate; recalcitrant; revolting
motspänstigt boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous against the grain; awkward; obstinate; recalcitrant; revolting
motsträvigt boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous anaphoric; obstinate; recalcitrant; rejecting; reluctant; revolting; unwilling
obstinat boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous headstrong; obstinate; pig-headed; stubborn
oregerligt boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous disorderly; unbridled; uncontrolled; unmanageable; unruly; unwieldy
rigid rigid; stiff; tough rigid; stiff
seg forceful; tough sticky
segt forceful; tough gluey; glutinous; sticky
senig sinewy; stringy; tough
senigt sinewy; stringy; tough
stel rigid; stiff; tough rigid; stiff; wooden
stelt rigid; stiff; tough rigid; stiff
styvt rigid; stiff; tough fixed; rigid; set; stiff; taut; wooden
svår awkward; burdensome; difficult; hard; heavy; massive; stiff; tough critical; difficult; hard; inflexible; problematic; severe; stern; strict; trying
svårt awkward; burdensome; difficult; hard; heavy; massive; stiff; tough complex; complicated; critical; difficult; hard; inflexible; intricate; involved; problematic; punish; rough; severe; stern; stiff; strict; trying
trotsig boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous braving; defiant; defying; facing; provoking
trotsigt boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous braving; defiant; defying; facing; provoking
tuff forceful; tough cool; fantastic; hard; hard-handed; harsh; outrageous; rough; super; violent
tufft forceful; tough cool; fantastic; hard; hard-handed; harsh; outrageous; rough; super; violent
uppstudsig boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous
uppstudsigt boring; cross-grained; dull; grumpy; headstrong; heady; leathery; mindless; obstinate; persevering; persistent; pig-headed; rebellious; recalcitrant; refractory; stern; stubborn; stupefied; sullen; surly; tacky; tedious; tenacious; tough; unrelenting; unyielding; viscous insubordinate; insurgent; mutinous; rebellious; revolutionary

Verwante woorden van "tough":


Synoniemen voor "tough":


Antoniemen van "tough":


Verwante definities voor "tough":

  1. feeling physical discomfort or pain (`tough' is occasionally used colloquially for `bad')1
    • he was feeling tough after a restless night1
  2. substantially made or constructed1
    • a tough all-weather fabric1
    • some plastics are as tough as metal1
  3. making great mental demands; hard to comprehend or solve or believe1
  4. very difficult; severely testing stamina or resolution1
    • the competition was tough1
    • it's a tough life1
    • it was a tough job1
  5. unfortunate or hard to bear1
    • a tough break1
  6. resistant to cutting or chewing1
  7. physically toughened1
    • the tough bottoms of his feet1
  8. not given to gentleness or sentimentality1
    • a tough character1
  9. violent and lawless1
    • tough street gangs1
  10. a cruel and brutal fellow1
  11. an aggressive and violent young criminal1
  12. someone who learned to fight in the streets rather than being formally trained in the sport of boxing1

Wiktionary: tough

Cross Translation:
FromToVia
• tough → stenhård; benhård ↔ beinhart — übertr.|: schwer, strapaziös; streng, unbarmherzig
• tough → benhård ↔ beinhart — übertr.|: ein schwieriger Gegner oder Verhandlungspartner seiend
• tough → brutal ↔ brutal — Handlungen, Taten: rücksichtslos, übermäßig und unangebracht gewalttätig, verletzend und quälerisch
• tough → hårdnackad ↔ hartnäckig — auf etwas eigensinnig, beharrlich, unnachgiebig bestehend
• tough → tuff ↔ taff — salopp: nicht empfindlich, nicht leicht irritierbar; abgehärtet und widerstandsfähig
• tough → seg ↔ zäh — langsam, schwerfällig fließend
• tough → mödosam; svår ↔ difficile — Non facile, qui nécessite un grand effort.
• tough → hård; mödosam; svår ↔ dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
• tough → arbetsam; mödosam; besvärlig ↔ laborieux — Qui travaille beaucoup, qui aime le travail.
• tough → mäktig; kraftfull; kraftig; stark ↔ puissant — Qui a beaucoup de pouvoir.
• tough → pinsam; smärtsam ↔ pénible — Qui se fait avec peine, qui donne de la peine, de la fatigue.
• tough → sträng ↔ sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1048 seconde
Page rendered in 1.0 seconds