Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. topics:
  2. topic:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor topics (Engels) in het Zweeds

topics:

topics [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the topics (subjects; themes)
    ämne; thema
    • ämne [-ett] zelfstandig naamwoord
    • thema zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor topics:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thema subjects; themes; topics
ämne subjects; themes; topics case; issue; principal theme; question; subject; topic

Verwante woorden van "topics":


topic:

topic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the topic (principal theme)
    ämne; tema; huvudtema
    • ämne [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tema [-en] zelfstandig naamwoord
    • huvudtema zelfstandig naamwoord
  2. the topic (theme; subject; subject matter; principal theme; item)
    tema; innehåll
    • tema [-en] zelfstandig naamwoord
    • innehåll [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. the topic (outline; basic shape; structure)
    struktur; skiss; utkast; grunddrag
    • struktur [-en] zelfstandig naamwoord
    • skiss [-en] zelfstandig naamwoord
    • utkast [-ett] zelfstandig naamwoord
    • grunddrag zelfstandig naamwoord
  4. the topic
    – The subject of a dynamic data exchange (DDE) conversation between two applications. 1
    ämne
    • ämne [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor topic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grunddrag basic shape; outline; structure; topic feature
huvudtema principal theme; topic
innehåll item; principal theme; subject; subject matter; theme; topic adding; capacity; composition; comprehending; containing; content; contents; featured content; inclination; including; intention; meaning; purport; purpose; sense; signification; size; substance; tendency; tenor; trend; volume
skiss basic shape; outline; structure; topic draft; drawing; marking; outline; sketch
struktur basic shape; outline; structure; topic building; construction; structure
tema item; principal theme; subject; subject matter; theme; topic desktop theme; theme
utkast basic shape; outline; structure; topic draft; draft view; drafts; drawing; rough drafts; sketch
ämne principal theme; topic case; issue; question; subject; subjects; themes; topics
- issue; matter; subject; theme
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utkast boxed; encirkled; outlined

Verwante woorden van "topic":


Synoniemen voor "topic":


Verwante definities voor "topic":

  1. some situation or event that is thought about2
    • he kept drifting off the topic2
  2. the subject matter of a conversation or discussion2
    • it was a very sensitive topic2
  3. The subject of a dynamic data exchange (DDE) conversation between two applications.1

Wiktionary: topic

topic
noun
  1. subject; theme

Cross Translation:
FromToVia
topic tema; ämne Thema — gedanklicher Mittelpunkt
topic tema; ämne ThemaLiteratur: Gegenstand oder Grundgedanke zum Beispiel einer schriftlichen Arbeit oder eines literarischen Werkes
topic aktualitet actualitéétat de ce qui est actuel.