Timber in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

timber:
- ved; timmer; ringklocka; trävaror; färg; färgsättning; ljud; tonhöjd; ton; klang; timbre; intonation; tonsäkerhet
- av trä; kjord av timmer; timmer
- klangfärg; trävirke; virke
Wiktionary:
- timber → trä, virke, timmer
- timber → timmer, byggträ, avverkning, trä, virke, ved

Engels

Uitgebreide vertaling voor timber (Engels) in het Zweeds

timber:

timber [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

the timber (wood; timbre)
ved; timmer
- ved [-en] zelfstandig naamwoord
- timmer [-ett] zelfstandig naamwoord
the timber (timbre)
ringklocka
- ringklocka [-en] zelfstandig naamwoord
the timber (timbre)
timmer; trävaror
- timmer [-ett] zelfstandig naamwoord
- trävaror zelfstandig naamwoord
the timber (colouring; color; colour; timbre; tone colour; tincture; coloring)
färg; färgsättning
- färg [-en] zelfstandig naamwoord
- färgsättning [-en] zelfstandig naamwoord
the timber (intonation; tone; sound; pitch; timbre; note)
ljud; tonhöjd; ton; klang; timbre; intonation
- ljud [-ett] zelfstandig naamwoord
- tonhöjd zelfstandig naamwoord
- ton [-ett] zelfstandig naamwoord
- klang [-en] zelfstandig naamwoord
- timbre [-en] zelfstandig naamwoord
- intonation [-en] zelfstandig naamwoord
the timber (intonation; timbre; pitch; tone; tone colour; sound; note)
tonsäkerhet; intonation
- tonsäkerhet zelfstandig naamwoord
- intonation [-en] zelfstandig naamwoord
the timber (tone; timbre)
ton
- ton [-ett] zelfstandig naamwoord

timber bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans

timber (wooden; timbre)
av trä; kjord av timmer
- av trä bijvoeglijk naamwoord
- kjord av timmer bijvoeglijk naamwoord
timber (wood-like; wooden; timbre)
timmer
- timmer bijvoeglijk naamwoord

timber Amerikaans

timber (quality; timbre)
klangfärg
- klangfärg
timber (timbre; wood)
trävirke
- trävirke
timber (timbre; wood)
virke
- virke

Vertaal Matrix voor timber:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
färg	color; coloring; colour; colouring; timber; timbre; tincture; tone colour	color; colour; colouring agent; dye; paint; shade; tincture; tint
färgsättning	color; coloring; colour; colouring; timber; timbre; tincture; tone colour
intonation	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone; tone colour	cadence; inflection; intonation; modulation; tone of voice
klang	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone	booming
ljud	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone	audio; audio file; noises; sounds
ringklocka	timber; timbre	bicycle bell
timbre	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone
timmer	timber; timbre; wood
ton	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone	hint; musical note; note; semblance; small trace; tending to; tint; tone; touch; trace
tonhöjd	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone	pitch
tonsäkerhet	intonation; note; pitch; sound; timber; timbre; tone; tone colour
trävaror	timber; timbre
ved	timber; timbre; wood	fire wood; log; split-wood
-	forest; lumber; quality; timberland; timbre; tone; woodland
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klangfärg	quality; timber; timbre
trävirke	timber; timbre; wood
virke	timber; timbre; wood
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
av trä	timber; timbre; wooden
kjord av timmer	timber; timbre; wooden
timmer	timber; timbre; wood-like; wooden

Verwante woorden van "timber":

timbers

Synoniemen voor "timber":

lumber; building material
beam
post
forest; woodland; timberland; land; dry land; earth; ground; solid ground; terra firma; biome
timbre; quality; tone; sound property

Verwante definities voor "timber":

a beam made of wood¹
a post made of wood¹
(music) the distinctive property of a complex sound (a voice or noise or musical sound)¹
land that is covered with trees and shrubs¹
the wood of trees cut and prepared for use as building material¹

Wiktionary: timber

timber

noun

trees considered as a source of wood
- timber → trä
wood that has been cut ready for construction
- timber → virke; timmer

warning shout used by loggers
- timber → timmer

Cross Translation:

From	To	Via
• timber	→ byggträ	↔ Bauholz — Holz, das sich besonders als Baustoff eignet
• timber	→ avverkning	↔ Einschlag — Forstwirtschaft: planmäßige Baumfällung
• timber	→ trä; virke; ved	↔ bois — Substance dure et fibreuse des arbres

Vertaal timber van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor timber (Engels) in het Zweeds

timber:

timber [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

the timber (wood; timbre)

the timber (timbre)

the timber (timbre)

the timber (colouring; color; colour; timbre; tone colour; tincture; coloring)

the timber (intonation; tone; sound; pitch; timbre; note)

the timber (intonation; timbre; pitch; tone; tone colour; sound; note)

the timber (tone; timbre)

timber bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans

timber (wooden; timbre)

timber (wood-like; wooden; timbre)

timber Amerikaans

timber (quality; timbre)

timber (timbre; wood)

timber (timbre; wood)

Vertaal Matrix voor timber:

Verwante woorden van "timber":

Synoniemen voor "timber":

Verwante definities voor "timber":

Wiktionary: timber

Verwante vertalingen van timber