Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. thud:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor thud (Engels) in het Zweeds

thud:

thud [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the thud (crash; boom; smack; )
    krocka; sammanstöta
  2. the thud (bump; thump)
    dunk; stöt; duns; törn
    • dunk [-en] zelfstandig naamwoord
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • duns [-en] zelfstandig naamwoord
    • törn zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor thud:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dunk bump; thud; thump blow; buffer; bump; bumper; jab; nudge; punch; push; shove; thrust
duns bump; thud; thump blow; clout; jab; nudge; punch; wallop; whopper
krocka bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump hit; smash; smash hit; smasher; winner
sammanstöta bang; blast; boom; bump; crash; smack; thud; thump
stöt bump; thud; thump blow; buffer; bump; bumper; bumping; clout; jab; jolting; nudge; punch; push; shove; slap; smack; thrust; wallop; whopper
törn bump; thud; thump sting; thorn
- clump; clunk; thump; thumping
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- crump; scrunch; thump
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stöt impact

Verwante woorden van "thud":

  • thuds

Synoniemen voor "thud":


Verwante definities voor "thud":

  1. a heavy dull sound (as made by impact of heavy objects)1
  2. strike with a dull sound1
    • Bullets were thudding against the wall1
  3. make a dull sound1
    • the knocker thudded against the front door1
  4. make a noise typical of an engine lacking lubricants1

Wiktionary: thud


Cross Translation:
FromToVia
thud slå ned; dunsa ned aufprallen — heftig auf etwas aufschlagen

Verwante vertalingen van thud