Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor swift (Engels) in het Zweeds
swift:
-
swift (fast; quick; rapid; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; expert; skillful)
-
swift (without delay; prompt; soon; quick; rapid; speedy)
snabbt; rappt; bums; på momangen-
snabbt bijvoeglijk naamwoord
-
rappt bijvoeglijk naamwoord
-
bums bijvoeglijk naamwoord
-
på momangen bijvoeglijk naamwoord
-
-
swift (suddenly; unexpectedly; all of a sudden; at once; abrupt; sudden; all at once; brusque; out of the blue; quick; blunt; rapid; speedy; fast)
Vertaal Matrix voor swift:
Verwante woorden van "swift":
Synoniemen voor "swift":
Verwante definities voor "swift":
Wiktionary: swift
swift
Cross Translation:
noun
-
bird
- swift → tornseglare
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• swift | → seglare | ↔ Segler — Vogel, der die meiste Zeit in der Luft verbringt, (Familie Apodidae). Aussehen und Lebensweise ähnlich wie Schwalbe |
• swift | → flink; fort; hastig; kvick; rask; snabb | ↔ schnell — sich mit hoher Geschwindigkeit fortbewegend |
• swift | → snabb | ↔ rapide — Qui se meut avec vitesse |