Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sufficiency:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sufficiency (Engels) in het Zweeds

sufficiency:

sufficiency [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sufficiency (satisfaction; gratification; appeasement)
    tillfredsställelse; nöjdhet; tillräcklighet

Vertaal Matrix voor sufficiency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nöjdhet appeasement; gratification; satisfaction; sufficiency
tillfredsställelse appeasement; gratification; satisfaction; sufficiency complacency; contentment; pleasure; satisfaction
tillräcklighet appeasement; gratification; satisfaction; sufficiency
- adequacy; enough

Verwante woorden van "sufficiency":


Synoniemen voor "sufficiency":


Antoniemen van "sufficiency":


Verwante definities voor "sufficiency":

  1. the quality of being sufficient for the end in view1
    • he questioned the sufficiency of human intelligence1
  2. an adequate quantity; a quantity that is large enough to achieve a purpose1
    • there is more than a sufficiency of lawyers in this country1
  3. sufficient resources to provide comfort and meet obligations1
    • her father questioned the young suitor's sufficiency1

Wiktionary: sufficiency

sufficiency
noun
  1. the quality or condition of being sufficient

Verwante vertalingen van sufficiency