Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. succulent:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor succulent (Engels) in het Zweeds

succulent:

succulent bijvoeglijk naamwoord

  1. succulent
    saftigt; köttigt; köttig; suckulent
  2. succulent (tender)
    mört; mör; saftigt
    • mört bijvoeglijk naamwoord
    • mör bijvoeglijk naamwoord
    • saftigt bijvoeglijk naamwoord
  3. succulent (decadent)
    dekadent

Vertaal Matrix voor succulent:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- lush
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mört dace; roach
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekadent decadent; succulent
köttig succulent carnal; fleshly; fleshy; meaty
köttigt succulent carnal; fleshly; fleshy; meaty
mör succulent; tender
mört succulent; tender soft; tender
saftigt succulent; tender
suckulent succulent

Synoniemen voor "succulent":


Verwante definities voor "succulent":

  1. full of juice1
    • succulent roast beef1
    • succulent plants with thick fleshy leaves1
  2. a plant adapted to arid conditions and characterized by fleshy water-storing tissues that act as water reservoirs1

Wiktionary: succulent


Cross Translation:
FromToVia
succulent saftig; läcker; smakfull; smaklig succulent — Savoureux