Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal stinging

Vertaal stinging van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stinging:
  2. sting:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor stinging (Engels) in het Zweeds

stinging:

stinging bijvoeglijk naamwoord

  1. stinging (cutting)
    stingande
  2. stinging (sarcastic; thorny; prickly)
    sarkastisk; sarkastiskt
  3. stinging (cutting; sharp)
    skärande

stinging [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stinging (pricking; sticking)
    styng; stickande

Vertaal Matrix voor stinging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skärande grating; grinding; trimming
stickande pricking; sticking; stinging
styng pricking; sticking; stinging
- sting
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cutting; edged
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sarkastisk prickly; sarcastic; stinging; thorny
sarkastiskt prickly; sarcastic; stinging; thorny
skärande cutting; sharp; stinging biting; cutting; jagged; keen-edged; sharp
stingande cutting; stinging

Verwante woorden van "stinging":


Synoniemen voor "stinging":


Verwante definities voor "stinging":

  1. (of speech) harsh or hurtful in tone or character1
    • a stinging comment1
  2. a kind of pain; something as sudden and painful as being stung1
    • he felt the stinging of nettles1

sting:

to sting werkwoord (stings, stinged, stinging)

  1. to sting (prick; cut)
    stinga; sticka
    • stinga werkwoord (stinger, stack, stungit)
    • sticka werkwoord (sticker, stack, stuckit)
  2. to sting (cut; reap)
    skära; klippa; hugga
    • skära werkwoord (skär, skar, skurit)
    • klippa werkwoord (klippar, klippade, klippat)
    • hugga werkwoord (huggar, huggade, huggat)
  3. to sting (broach a subject; raise; put forward; )
    ta upp ett ämne
    • ta upp ett ämne werkwoord (tar upp ett ämne, tog upp ett ämne, tagit upp ett ämne)

Conjugations for sting:

present
  1. sting
  2. sting
  3. stings
  4. sting
  5. sting
  6. sting
simple past
  1. stinged
  2. stinged
  3. stinged
  4. stinged
  5. stinged
  6. stinged
present perfect
  1. have stinged
  2. have stinged
  3. has stinged
  4. have stinged
  5. have stinged
  6. have stinged
past continuous
  1. was stinging
  2. were stinging
  3. was stinging
  4. were stinging
  5. were stinging
  6. were stinging
future
  1. shall sting
  2. will sting
  3. will sting
  4. shall sting
  5. will sting
  6. will sting
continuous present
  1. am stinging
  2. are stinging
  3. is stinging
  4. are stinging
  5. are stinging
  6. are stinging
subjunctive
  1. be stinged
  2. be stinged
  3. be stinged
  4. be stinged
  5. be stinged
  6. be stinged
diverse
  1. sting!
  2. let's sting!
  5. stinged
  6. stinging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

sting [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sting (thorn)
    tagg; stick; törn
    • tagg [-en] zelfstandig naamwoord
    • stick [-ett] zelfstandig naamwoord
    • törn zelfstandig naamwoord
  2. the sting (knife stab; stab)
    knivhugg
  3. the sting (barb; fish-hook)
    krok; fiskkrok; angelkrok
  4. the sting (fish hook; barb; crook; fish-hook; hook)
    fiske hake

sting

  1. sting
    gadd
  2. sting (prick)
    stickas
  3. sting (prick)
    sting

Vertaal Matrix voor sting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angelkrok barb; fish-hook; sting
fiske hake barb; crook; fish hook; fish-hook; hook; sting
fiskkrok barb; fish-hook; sting
klippa boulder; cliff; reef; rock; shallows; stone
knivhugg knife stab; stab; sting
krok barb; fish-hook; sting hook; peg
skära billhook; cutting; intersection; piercing; pruning hook; reaping-hook; section; sickle
stick sting; thorn engraving; incising; inscribing; print; print-out; stitch; twinge
tagg sting; thorn note tag; tag; thorns
törn sting; thorn bump; thud; thump
- bite; insect bite; pang; stinging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hugga cut; reap; sting
klippa cut; reap; sting cut; die-cut; edit; play with effect; punch; snap
skära cut; reap; sting bite; carve; cut; cut in; cut through; grate; hew in; mow; notch; plane; play with effect; slash; smooth; snap
stick beat it; bugger off; bugger up; buzz off; clear out; fuck off; get; get lost; get on; go astray; go away; go to hell; move on; pack it; piss off; push off; scram
sticka cut; prick; sting beat it; carve; dig; jab; knit; outdo; pierce; poke; prick; prod; score off; skedaddle; split; stick; stick together; trump
stinga cut; prick; sting
ta upp ett ämne bring up; broach; broach a subject; cut; cut into; initiate; put forward; put on the table; raise; reap; sting; throw up; toss in the air; toss up
- bite; burn; prick; stick; twinge
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gadd sting
stickas prick; sting
sting prick; sting
tagg prickle; spike; spine; thorn

Verwante woorden van "sting":


Synoniemen voor "sting":


Verwante definities voor "sting":

  1. a painful wound caused by the thrust of an insect's stinger into skin1
  2. a mental pain or distress1
  3. a kind of pain; something as sudden and painful as being stung1
    • the sting of death1
  4. saddle with something disagreeable or disadvantageous1
  5. deliver a sting to1
  6. cause an emotional pain, as if by stinging1
  7. cause a sharp or stinging pain or discomfort1
  8. cause a stinging pain1

Wiktionary: sting

sting
verb
  1. of an insect: to bite
Cross Translation:
FromToVia
• sting → gadd ↔ Stachel — spitzes Gebilde am Hinterteil von Tieren, verwendet zur Abwehr von Feinden, oder zur Ablage von Eiern
• sting → sticka ↔ piquer — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van stinging







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0475 seconde
Page rendered in 1.0 seconds