Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal smarting

Vertaal smarting van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. smarting:
  2. smart:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor smarting (Engels) in het Zweeds

smarting:

smarting bijvoeglijk naamwoord

  1. smarting
    smärtsam; smärtsamt

Vertaal Matrix voor smarting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- smart; smartness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smärtsam smarting full of sadness; grievous; pained; painful; saddened
smärtsamt smarting full of sadness; grievous; pained; painful; saddened

Synoniemen voor "smarting":


Verwante definities voor "smarting":

  1. a kind of pain such as that caused by a wound or a burn or a sore1

smart:

smart bijvoeglijk naamwoord

  1. smart (canny; shrewd; wily; sly)
    begåvad; smart; skickligt
  2. smart (educated; erudite; intelligent; clever)
    bildad; smart
    • bildad bijvoeglijk naamwoord
    • smart bijvoeglijk naamwoord
  3. smart (sensible; wise; right-thinking; )
    förståndig; klokt; begåvad; kvick; talangfull; fyndigt; kvickt; begåvat; talangfullt
  4. smart (handsome; bright)
    snygg; snyggt; stilig; stiligt
  5. smart (perky; astute; clever; )
    smart
    • smart bijvoeglijk naamwoord
  6. smart (intelligent; knowledgable; bright; )
    klipsk; slug; intelligent
  7. smart (wise; clever)
    klok; smart; klokt; klyftigt
    • klok bijvoeglijk naamwoord
    • smart bijvoeglijk naamwoord
    • klokt bijvoeglijk naamwoord
    • klyftigt bijvoeglijk naamwoord
  8. smart (astute; clever; intelligent; )
    skarpsinnigt; knipslug; listig; listigt; knipslugt
  9. smart (alert; agile; brisk; rapid; quick)
    vaken; snabb; kvickt; snabbt; vaket
    • vaken bijvoeglijk naamwoord
    • snabb bijvoeglijk naamwoord
    • kvickt bijvoeglijk naamwoord
    • snabbt bijvoeglijk naamwoord
    • vaket bijvoeglijk naamwoord
  10. smart (stylish; aesthetic; sophisticated; )
    stilig; elegant; smakfullt
  11. smart (elegant)
    elegant
  12. smart (clever; astute; resourceful; )
    intelligent
  13. smart (natty; spick and span; top-notch; )
    prydlig; snygg; snyggt; prydligt
  14. smart (bright; clever; sharp)
    klok; smart; talangfull; klokt; begåvat; talangfullt
  15. smart (sharp; nimble; clever; quick)
    vass; skarpt; vasst; skärpt
    • vass bijvoeglijk naamwoord
    • skarpt bijvoeglijk naamwoord
    • vasst bijvoeglijk naamwoord
    • skärpt bijvoeglijk naamwoord
  16. smart (spruce)
    fin; fint; prydligt
    • fin bijvoeglijk naamwoord
    • fint bijvoeglijk naamwoord
    • prydligt bijvoeglijk naamwoord

smart

  1. smart
    fiffig
  2. smart
    svida
  3. smart (witty; striking)
    klatschig
  4. smart (very elegant; striking; stylish)
    parant
  5. smart (smartly dressed; dandified; foppish)
    sprättig
  6. smart (chic)
    ärtig

Vertaal Matrix voor smart:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klipsk cunning; shrewdness; slyness
kvickt rapid
listig cunning; down to the minutest details; nicety; shrewdness; slyness
slug cunning; down to the minutest details; nicety; slyness
smart genius; smart fellow
- smarting; smartness
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ache; hurt
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snygg bright; first-class; first-rate; handsome; natty; posh; slick; smart; spick and span; swell; tip-top; top-notch appealing; beautiful; charming; good looking; good-looking; gorgeous; great-looking; handsome; lovely; nice; personable; pretty; professional-looking; snap; stunning
- bright; chic; fresh; impertinent; impudent; overbold; sassy; saucy; voguish; wise
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
elegant fashionable
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiffig smart
fint feint
klatschig smart; striking; witty
parant smart; striking; stylish; very elegant
snyggt tidily
sprättig dandified; foppish; smart; smartly dressed
svida smart
ärtig chic; smart
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begåvad bright; canny; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; shrewd; sly; smart; wily; wise
begåvat bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; sharp; smart; wise
bildad clever; educated; erudite; intelligent; smart civil; civilised; civilized; courteous; cultivated; cultured; polite
elegant aesthetic; classical; classy; elegant; esthetic; glamorous; glamourous; graceful; in good style; in good taste; smart; sophisticated; stylish; tasteful aesthetic; classy; elegant; esthetic; glamorous; glamourous; graceful; in good style; in good taste; stylish; tasteful; tastefully; with class
fin smart; spruce delicate; fragile; frail; tender
fint smart; spruce delicate; fine; fragile; frail; subtle; tender
fyndigt bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise
förståndig bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise
intelligent astute; brainy; bright; brilliant; clever; crafty; intelligent; knowledgable; resourceful; sensible; sharp; shrewd; sly; smart; wily; wise
klipsk brainy; bright; brilliant; clever; intelligent; knowledgable; sensible; sharp; smart; wise
klok bright; clever; sharp; smart; wise quick-witted
klokt bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; sharp; smart; wise advisable; clever; expedient; ingenious; prudish; quick-witted; rational; recommendable; resourceful; sensible
klyftigt clever; smart; wise chaste
knipslug astute; bright; clever; crafty; ingenious; intelligent; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise
knipslugt astute; bright; clever; crafty; ingenious; intelligent; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise
kvick bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; smart; wise acute; biting; clever; keen; quickly; sharp-minded; sharpwitted; soon; speedily
kvickt agile; alert; bright; brisk; clever; intelligent; quick; rapid; right-thinking; sane; sensible; smart; wise acute; biting; clever; keen; sharp-minded; sharpwitted
listig astute; bright; clever; crafty; ingenious; intelligent; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise aggravating; calculating; cunning; dodgy; incriminating; roguish; shrewd; slick; sly; snaky; tough; tricky
listigt astute; bright; clever; crafty; ingenious; intelligent; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise aggravating; bald; calculating; cunning; dodgy; icy; immoral; incriminating; lack of moral; obscene; roguish; shrewd; sleek; slick; slippery; slithery; sly; smooth; smoothly; snaky; tough; tricky
prydlig first-class; first-rate; natty; posh; slick; smart; spick and span; swell; tip-top; top-notch becoming; befitting; clean; cleanly; decorative; fitting; neat; neatly; ornamental; proper; tidy
prydligt first-class; first-rate; natty; posh; slick; smart; spick and span; spruce; swell; tip-top; top-notch becoming; befitting; clean; cleanly; decorative; fitting; neat; neatly; ornamental; proper; tidy
skarpsinnigt astute; bright; clever; crafty; ingenious; intelligent; sagacious; shrewd; skilful; skillful; sly; smart; wily; wise acute; biting; clever; keen; sharp-minded; sharpwitted
skarpt clever; nimble; quick; sharp; smart careful; closely; cutting; jagged; keen; keen-edged; nipping; piquant; pointed; sharp; sharp-edged; sharpened; sharply; shrill; snappy
skickligt canny; shrewd; sly; smart; wily able; adroit; authorised; authorized; capable; competent; dexterous; expert; handy; neat; nimble; perfect; proficient; skilful; skilled; skillful; thorough
skärpt clever; nimble; quick; sharp; smart
slug brainy; bright; brilliant; clever; intelligent; knowledgable; sensible; sharp; smart; wise cunning; false; hard core; low; mean; nasty; roguish; sharp; shrewd; slick; slippery; sly; underhand; vicious; vile
smakfullt aesthetic; classical; classy; elegant; esthetic; glamorous; glamourous; graceful; in good style; in good taste; smart; sophisticated; stylish; tasteful aesthetic; charming; classy; elegant; esthetic; glamorous; glamourous; graceful; in good style; in good taste; stylish; tasteful; tastefully; with class
smart astute; bright; canny; clever; educated; erudite; intelligent; perky; resourceful; sharp; shrewd; sly; smart; wily; wise
snabb agile; alert; brisk; quick; rapid; smart brief; cursory; fast; hasty; hurriedly; in a hurry; in haste; quickly; soon; speedily
snabbt agile; alert; brisk; quick; rapid; smart abruptly; all of a sudden; brief; cursory; fast; hasty; prompt; quick; quickly; rapid; soon; speedily; speedy; sudden; suddenly; swift; swiftly; unexpectedly; without delay
snyggt bright; first-class; first-rate; handsome; natty; posh; slick; smart; spick and span; swell; tip-top; top-notch beautiful; charming; good looking; good-looking; gorgeous; handsome; lovely; nice; personable; pretty; snap; stunning
stilig aesthetic; bright; classical; classy; elegant; esthetic; glamorous; glamourous; graceful; handsome; in good style; in good taste; smart; sophisticated; stylish; tasteful aesthetic; classy; elegant; esthetic; glamorous; glamourous; graceful; in good style; in good taste; stylish; tasteful; with class
stiligt bright; handsome; smart
talangfull bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; sharp; smart; wise
talangfullt bright; clever; intelligent; right-thinking; sane; sensible; sharp; smart; wise
vaken agile; alert; brisk; quick; rapid; smart alert; attentive; cautious; vigilant; watchful
vaket agile; alert; brisk; quick; rapid; smart alert; attentive; cautious; vigilant; watchful
vass clever; nimble; quick; sharp; smart keen; pointed; sharp
vasst clever; nimble; quick; sharp; smart keen; pointed; sharp; sharp-edged

Verwante woorden van "smart":


Synoniemen voor "smart":


Antoniemen van "smart":


Verwante definities voor "smart":

  1. capable of independent and apparently intelligent action1
    • smart weapons1
  2. improperly forward or bold1
  3. showing mental alertness and calculation and resourcefulness1
  4. elegant and stylish1
    • a smart new dress1
  5. quick and brisk1
    • I gave him a smart salute1
    • we walked at a smart pace1
  6. characterized by quickness and ease in learning1
    • smart children talk earlier than the average1
  7. painfully severe1
    • he gave the dog a smart blow1
  8. a kind of pain such as that caused by a wound or a burn or a sore1
  9. be the source of pain1

Wiktionary: smart

smart
verb
  1. to hurt or sting
adjective
  1. exhibiting intellectual knowledge, such as that found in books
  2. -
Cross Translation:
FromToVia
• smart → smart ↔ clever — schlau, gewitzt
• smart → skärpt; klipsk ↔ hell — klug
• smart → duktig; smart; duglig ↔ patent — geschickt, tüchtig, praktisch, brauchbar
• smart → skicklig ↔ adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général).
• smart → fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug ↔ artificieux — littéraire|fr péjoratif|fr Qui est plein d’artifice, de ruse.
• smart → fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug ↔ astucieux — Qui a de l’astuce.
• smart → fiffig; illmarig; klipsk; klyftig; knepig; knipslug; slug ↔ rusé — Qui a de la ruse, qui est plein de ruses.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0967 seconde
Page rendered in 1.0 seconds