Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. simultaneously:
  2. simultaneous:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor simultaneously (Engels) in het Zweeds

simultaneously:

simultaneously bijwoord

  1. simultaneously (at the same time; concurrently)
    samtidigt
  2. simultaneously (at the same time)
    samtidigt; samtidig

Vertaal Matrix voor simultaneously:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- at the same time
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samtidig at the same time; simultaneously
samtidigt at the same time; concurrently; simultaneously at the same time; in the mean time; in the meantime; meanwhile; simultaneous; synchronous; while

Verwante woorden van "simultaneously":


Synoniemen voor "simultaneously":


Verwante definities voor "simultaneously":

  1. at the same instant1
    • they spoke simultaneously1

Wiktionary: simultaneously

simultaneously
adverb
  1. occurring at the same time

simultaneous:

simultaneous bijvoeglijk naamwoord

  1. simultaneous (synchronous; at the same time)
    samtidigt; simultan; simultant; synkron; synkront

Vertaal Matrix voor simultaneous:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
synkron at the same time; simultaneous; synchronous synchronic; synchronous
- co-occurrent; coincident; coincidental; coinciding; concurrent; cooccurring
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samtidigt at the same time; simultaneous; synchronous at the same time; concurrently; in the mean time; in the meantime; meanwhile; simultaneously; while
simultan at the same time; simultaneous; synchronous
simultant at the same time; simultaneous; synchronous
synkront at the same time; simultaneous; synchronous synchronic; synchronous

Verwante woorden van "simultaneous":


Synoniemen voor "simultaneous":


Verwante definities voor "simultaneous":

  1. occurring or operating at the same time1

Wiktionary: simultaneous

simultaneous
adjective
  1. at the same time

Cross Translation:
FromToVia
simultaneous samtidig gleichzeitig — zur selben/gleichen Zeit ablaufend, stattfindend
simultaneous samtidig kontemporär — zur selben Zeit mit etwas anderem ablaufend; „zeitgenössischLit-Brockhaus: Enzyklopädie in 24 Bänden|B=27|A=19, Seite 1949, unter kontemporär
simultaneous samtidig simultané — Qui avoir lieu en même temps qu’une autre chose.

Computer vertaling door derden: