Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sheep:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sheep (Engels) in het Zweeds

sheep:

sheep [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sheep
    får
    • får [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sheep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
får sheep lambs

Synoniemen voor "sheep":


Verwante definities voor "sheep":

  1. woolly usually horned ruminant mammal related to the goat1
  2. a docile and vulnerable person who would rather follow than make an independent decision1
    • his students followed him like sheep1
  3. a timid defenseless simpleton who is readily preyed upon1

Wiktionary: sheep

sheep
noun
  1. animal

Cross Translation:
FromToVia
sheep får Schaf — ein Paarhufer, der als Lieferant für Wolle, Fleisch und Milch dient

Verwante vertalingen van sheep