Shakiness in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

shaky:
- fumlig; fumligt; klumpigt; skakig; skakigt; ostadig; darrande; ostadigt
- skakis; stötigt; stötig
Wiktionary:
- shaky → skraltig, ranglig

Engels

Uitgebreide vertaling voor shakiness (Engels) in het Zweeds

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	palpitation; quiver; quivering; shaking; trembling; vibration

the quality of being unstable and insecure¹
- the shakiness of the present regime¹
a shaky motion¹

shaky (clumsy; wretched; inept; poor; bungling)
fumlig; fumligt; klumpigt
- fumlig bijvoeglijk naamwoord
- fumligt bijvoeglijk naamwoord
- klumpigt bijvoeglijk naamwoord
shaky (shivery; jittery; shaking; quavery)
skakig; skakigt
- skakig bijvoeglijk naamwoord
- skakigt bijvoeglijk naamwoord
shaky (trembling)
ostadig; darrande; ostadigt; skakigt
- ostadig bijvoeglijk naamwoord
- darrande bijvoeglijk naamwoord
- ostadigt bijvoeglijk naamwoord
- skakigt bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
darrande		shudder; trembling
fumlig		bungling; rummaging; trouble
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	precarious; rickety; shivering; trembling; wobbly; wonky
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skakis	jittery; shaky
stötig	jolting; shaky
stötigt	jolting; shaky
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
darrande	shaky; trembling	quivering; shaking; trembling
fumlig	bungling; clumsy; inept; poor; shaky; wretched	clumsy; fumbling
fumligt	bungling; clumsy; inept; poor; shaky; wretched	clumsy; fumbling
klumpigt	bungling; clumsy; inept; poor; shaky; wretched	abstemious; ailing; awkward; clotted; clumsy; doltish; fumbling; gawky; lanky; loutish; maladroit; not very good; owlish; plump; poor; stiff; uneasy; unhandy; wooden
ostadig	shaky; trembling	changeable; erratic; fluctuating; inconstant; rickety; staggering; swinging; toddling; tottering; unsettled; unstable; unsteady; variable; varying; waddling; wobbling; wobbly
ostadigt	shaky; trembling	changeable; erratic; fluctuating; inconstant; rickety; staggering; swinging; toddling; tottering; unsettled; unstable; unsteady; variable; varying; waddling; wobbling; wobbly
skakig	jittery; quavery; shaking; shaky; shivery	ramshackle; rickety; wonky
skakigt	jittery; quavery; shaking; shaky; shivery; trembling	ramshackle; rickety; wonky

not secure; beset with difficulties¹
- a shaky marriage¹
inclined to shake as from weakness or defect¹
- a wobbly chair with shaky legs¹
vibrating slightly and irregularly; as e.g. with fear or cold or like the leaves of an aspen in a breeze¹
- seemed shaky on her feet¹

Cross Translation:

From	To	Via
• shaky	→ skraltig; ranglig	↔ klapprig — von Dingen: alt, altersschwach, abgenutzt, bald kaputt
• shaky	→ skraltig; ranglig	↔ klapprig — von Dingen: den Zusammenhalt verlierend, angeknackst, Technik: mit schlechter Passung, mit mangelhaftem Sitz
• shaky	→ skraltig; ranglig	↔ klapprig — von Lebewesen: alt, altersschwach, gebrechlich
• shaky	→ skraltig; ranglig	↔ klapprig — von Lebewesen: sehr mager, ausgezehrt, knochig