Propriety in het Zweeds vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

propriety:
- aktningsvärdig; rättvisa; rådighet; förnuftighet; hövlighet; respektabilitet; anständighet; god uppfostran; etikett; artighet; passande; properhet; klädsamhet
- konvenans

Engels

Uitgebreide vertaling voor propriety (Engels) in het Zweeds

propriety:

propriety [the ~] zelfstandig naamwoord

the propriety (respectability; decency; gentility; seemliness; becomingness)
aktningsvärdig
- aktningsvärdig zelfstandig naamwoord
the propriety (fairness; reasonableness; judiciousness; suitability; moderation; seemliness)
rättvisa; rådighet; förnuftighet
- rättvisa [-en] zelfstandig naamwoord
- rådighet [-en] zelfstandig naamwoord
- förnuftighet [-en] zelfstandig naamwoord
the propriety (respectability; decency; civility)
hövlighet; respektabilitet; anständighet
- hövlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- respektabilitet [-en] zelfstandig naamwoord
- anständighet [-en] zelfstandig naamwoord
the propriety (good breeding; courtesy; decency; courtliness; good manners; civility; etiquette; manners; gallantry)
god uppfostran; etikett; artighet
- god uppfostran zelfstandig naamwoord
- etikett [-en] zelfstandig naamwoord
- artighet [-en] zelfstandig naamwoord
the propriety (becomingness; seemliness; suitableness)
passande; properhet; klädsamhet
- passande zelfstandig naamwoord
- properhet zelfstandig naamwoord
- klädsamhet [-en] zelfstandig naamwoord

propriety

propriety (convention)
konvenans
- konvenans

Vertaal Matrix voor propriety:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aktningsvärdig	becomingness; decency; gentility; propriety; respectability; seemliness	honourability; respectability
anständighet	civility; decency; propriety; respectability
artighet	civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; good breeding; good manners; manners; propriety	chastity; courtesy; decency; modesty; politeness; solidity; soundness; virtue
etikett	civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; good breeding; good manners; manners; propriety	adhesive label; decorum; etiquette; label; note tag; paster; rules of etiquette; social convention; sticker; tag; ticket
förnuftighet	fairness; judiciousness; moderation; propriety; reasonableness; seemliness; suitability
god uppfostran	civility; courtesy; courtliness; decency; etiquette; gallantry; good breeding; good manners; manners; propriety
hövlighet	civility; decency; propriety; respectability	courtliness; politeness
klädsamhet	becomingness; propriety; seemliness; suitableness
passande	becomingness; propriety; seemliness; suitableness	appropriateness; aptness; felicitousness; relevance; suitability
properhet	becomingness; propriety; seemliness; suitableness
respektabilitet	civility; decency; propriety; respectability
rättvisa	fairness; judiciousness; moderation; propriety; reasonableness; seemliness; suitability	Justice; justice; right; righteousness
rådighet	fairness; judiciousness; moderation; propriety; reasonableness; seemliness; suitability
-	correctitude; properness
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
konvenans	convention; propriety
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
passande		apposite; apt; becoming; befitting; convenient; effective; efficient; fit; fitting; opportune; proper; reasonable; seemly; suitable

Verwante woorden van "propriety":

proprieties

Synoniemen voor "propriety":

properness; correctitude; demeanor; demeanour; behavior; behaviour; conduct; deportment

Antoniemen van "propriety":

improperness; impropriety

Verwante definities voor "propriety":

correct or appropriate behavior¹

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal propriety van Engels naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor propriety (Engels) in het Zweeds

propriety:

propriety [the ~] zelfstandig naamwoord

the propriety (respectability; decency; gentility; seemliness; becomingness)

the propriety (fairness; reasonableness; judiciousness; suitability; moderation; seemliness)

the propriety (respectability; decency; civility)

the propriety (good breeding; courtesy; decency; courtliness; good manners; civility; etiquette; manners; gallantry)

the propriety (becomingness; seemliness; suitableness)

propriety

propriety (convention)

Vertaal Matrix voor propriety:

Verwante woorden van "propriety":

Synoniemen voor "propriety":

Antoniemen van "propriety":

Verwante definities voor "propriety":