Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. producers:
  2. producer:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor producers (Engels) in het Zweeds

producers:

producers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the producers (authors; architects)
    producenter

Vertaal Matrix voor producers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
producenter architects; authors; producers

Verwante woorden van "producers":


producer:

producer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the producer (manufacturer; maker)
    leverantör; tillverkare; fabrikör
  2. the producer
    producent
  3. the producer (author; maker; architect; artist)
    skapare; upphovsman; producent; tillverkare

Vertaal Matrix voor producer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabrikör maker; manufacturer; producer
leverantör maker; manufacturer; producer contractor; deliverers; delivery men; provider; roundsmen; supplier; vendor
producent architect; artist; author; maker; producer
skapare architect; artist; author; maker; producer author; creator; creators; maker; originator
tillverkare architect; artist; author; maker; manufacturer; producer author; creator; maker; originator
upphovsman architect; artist; author; maker; producer
- manufacturer
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
iscensättare producer; stage manager

Verwante woorden van "producer":


Synoniemen voor "producer":


Verwante definities voor "producer":

  1. something that produces1
    • Maine is a leading producer of potatoes1
    • this microorganism is a producer of disease1
  2. someone who manufactures something1
  3. someone who finds financing for and supervises the making and presentation of a show (play or film or program or similar work)1

Wiktionary: producer

producer
noun
  1. in economics
  2. in arts

Cross Translation:
FromToVia
producer producent Erzeuger — Hersteller eines Produktes
producer tillverkare; producent Hersteller — das Unternehmen, das einen bestimmten Artikel herstellt (produziert)