Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. poultry:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor poultry (Engels) in het Zweeds

poultry:

poultry [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the poultry (birds)
    fjäderfä; fågel; höns
    • fjäderfä [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fågel [-en] zelfstandig naamwoord
    • höns [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. the poultry (hen; chicken; fowl; mother-chicken)
    kyckling; höna; hönsdjur
  3. the poultry (bird)
    fågel
    • fågel [-en] zelfstandig naamwoord
  4. the poultry
    höns; fjäderfä
    • höns [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fjäderfä [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. the poultry
    fjäderfä

Vertaal Matrix voor poultry:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fjäderfä birds; poultry
fågel bird; birds; poultry bird
höna chicken; fowl; hen; mother-chicken; poultry hen
höns birds; poultry chicken
hönsdjur chicken; fowl; hen; mother-chicken; poultry
kyckling chicken; fowl; hen; mother-chicken; poultry chicken; pullet
- domestic fowl; fowl

Synoniemen voor "poultry":

  • domestic fowl; fowl; gallinaceous bird; gallinacean
  • bird; fowl

Verwante definities voor "poultry":

  1. a domesticated gallinaceous bird thought to be descended from the red jungle fowl1
  2. flesh of chickens or turkeys or ducks or geese raised for food1

Wiktionary: poultry

poultry
noun
  1. bird(s)

Cross Translation:
FromToVia
poultry fågel Geflügel — das Fleisch der als Nutztiere gehaltenen Vögel
poultry fjäderfä volaille — Ensemble des oiseaux qu’on nourrit ordinairement dans une basse-cour, et principalement des poules, poulets et chapons.

Verwante vertalingen van poultry