Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. personable:
  2. person:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor personable (Engels) in het Zweeds

personable:

personable bijvoeglijk naamwoord

  1. personable (good looking; beautiful; pretty; )
    vackert; snygg; se bra ut; snyggt
  2. personable (graceful; dainty; sophisticated; )
    sött; ljuvligt; ljuvlig; graciös; gracil; graciöst; gracilt

Vertaal Matrix voor personable:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graciös elegance
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se bra ut become; flatter; look good
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snygg beautiful; charming; good looking; good-looking; handsome; lovely; nice; personable; pretty; snap appealing; bright; first-class; first-rate; good-looking; gorgeous; great-looking; handsome; natty; posh; pretty; professional-looking; slick; smart; spick and span; stunning; swell; tip-top; top-notch
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
snyggt tidily
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gracil dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish
gracilt dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish
graciös dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish
graciöst dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish
ljuvlig dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish attractive; blissful; charming; lovely; pretty; sweet
ljuvligt dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish attractive; blissful; charming; cherished; delightful; fanciful; glorious; graceful; great; lovely; marvellous; marvelous; pretty; splendid; sweet; wonderful
se bra ut beautiful; charming; good looking; good-looking; handsome; lovely; nice; personable; pretty; snap
snyggt beautiful; charming; good looking; good-looking; handsome; lovely; nice; personable; pretty; snap beautiful; bright; first-class; first-rate; good-looking; gorgeous; handsome; natty; posh; pretty; slick; smart; spick and span; stunning; swell; tip-top; top-notch
sött dainty; elegant; graceful; handsome; lovely; nice; personable; petite; pretty; refined; slight; snap; sophisticated; stylish beautiful; charming; cute; handsome; lovely; pretty; sugary; sweet; sweetish
vackert beautiful; charming; good looking; good-looking; handsome; lovely; nice; personable; pretty; snap beautiful; charming; cherished; graceful; handsome; lovely; pretty; sweet

Verwante woorden van "personable":


Synoniemen voor "personable":


Verwante definities voor "personable":

  1. (of persons) pleasant in appearance and personality1

personable vorm van person:

person [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the person (being; mortal; individual; human being)
    person; människa; varelse; individ
    • person [-en] zelfstandig naamwoord
    • människa [-en] zelfstandig naamwoord
    • varelse [-en] zelfstandig naamwoord
    • individ [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the person (human being; man; human; individual)
    människa; individ; person
    • människa [-en] zelfstandig naamwoord
    • individ [-en] zelfstandig naamwoord
    • person [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor person:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
individ being; human; human being; individual; man; mortal; person character; individual; lone wolf; loner
människa being; human; human being; individual; man; mortal; person human being
person being; human; human being; individual; man; mortal; person character; individual
varelse being; human being; individual; mortal; person creation; creature
- individual; mortal; somebody; someone; soul

Verwante woorden van "person":


Synoniemen voor "person":


Verwante definities voor "person":

  1. a human body (usually including the clothing)1
    • a weapon was hidden on his person1
  2. a grammatical category used in the classification of pronouns, possessive determiners, and verb forms according to whether they indicate the speaker, the addressee, or a third party1
    • stop talking about yourself in the third person1
  3. a human being1
    • there was too much for one person to do1

Wiktionary: person

person
noun
  1. individual
  2. specifically a human being
  3. linguistic category

Cross Translation:
FromToVia
person person persoon — Klasse van persoonlijk voornaamwoord
person person persoon — Menselijk individu
person människa Mensch[1] als einzelnes Individuum
person person Person — ein Rechtssubjekt- oder Wirtschaftssubjekt
person person Personin der Allgemeinsprache: ein Mensch
person individ individu — didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.
person person personne — Être humain