Peculiarity in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

peculiarity:
- detalj; egenart; besynnerlighet; egendomlighet; egenhet; säregenhet; ovanlighet; konstighet
Wiktionary:
- peculiarity → egenhet, egenart, särart, egendomlighet

Engels

Uitgebreide vertaling voor peculiarity (Engels) in het Zweeds

the peculiarity (detail; particular)
detalj; egenart; besynnerlighet
- detalj [-en] zelfstandig naamwoord
- egenart [-en] zelfstandig naamwoord
- besynnerlighet [-en] zelfstandig naamwoord
the peculiarity
egendomlighet
- egendomlighet [-en] zelfstandig naamwoord
the peculiarity (singularity; oddity; habit; oddness; heterogeneity; strangeness)
egenhet; säregenhet; ovanlighet; egendomlighet
- egenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- säregenhet zelfstandig naamwoord
- ovanlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- egendomlighet [-en] zelfstandig naamwoord
the peculiarity (strangeness; oddness)
konstighet; egendomlighet
- konstighet [-en] zelfstandig naamwoord
- egendomlighet [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
besynnerlighet	detail; particular; peculiarity
detalj	detail; particular; peculiarity	detail; secondary importance; side issue; trifle
egenart	detail; particular; peculiarity
egendomlighet	habit; heterogeneity; oddity; oddness; peculiarity; singularity; strangeness	oddity; peculiarness; queerness; remarkable thing; remarkableness; singularity; strangeness
egenhet	habit; heterogeneity; oddity; oddness; peculiarity; singularity; strangeness
konstighet	oddness; peculiarity; strangeness	oddity; peculiarness; remarkable thing; remarkableness
ovanlighet	habit; heterogeneity; oddity; oddness; peculiarity; singularity; strangeness	oddity; queerness; singularity; strangeness
säregenhet	habit; heterogeneity; oddity; oddness; peculiarity; singularity; strangeness
-	curio; curiosity; distinctive feature; distinctiveness; distinguishing characteristic; oddity; oddment; rarity; speciality; specialness; specialty

distinctive feature; distinguishing characteristic; feature; characteristic
specialness; specialty; speciality; distinctiveness; individuality; individualism; individuation
curio; curiosity; oddity; oddment; rarity; object; physical object

Cross Translation:

From	To	Via
• peculiarity	→ egenhet; egenart; särart	↔ Besonderheit — spezielles, meist neutrales oder positives, selten negatives Merkmal eines Gegenstandes oder eines geistigen Werkes, welches den Erkennungswert des Gegenstandes deutlich erhöht und ihn von der Masse abhebt; Besonderheiten können z.B. optischer oder stilistischer Art, aber auch verstärkte Attribute des Gegenstandes sein
• peculiarity	→ egenart; egenhet	↔ Eigenart — eine spezifische Besonderheit
• peculiarity	→ egenhet; egendomlighet	↔ Eigenheit — Merkwürdigkeit, Auffälligkeit , die jemand oder etwas aufweist