Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Vertaal pandering

Vertaal pandering van Engels naar Zweeds

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pandering:
  2. pander:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor pandering (Engels) in het Zweeds

pandering:

pandering [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pandering (coupling; linking; docking; )
    kopplande

Vertaal Matrix voor pandering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopplande attaching; coupling; docking; linking; making a match; pandering; procuring matchmaking; pimping

Verwante woorden van "pandering":


pandering vorm van pander:

to pander werkwoord (panders, pandered, pandering)

  1. to pander (couple; link; connect; attach; make a match)
    länka; matcha; koppla ihop; sammanfoga; förbinda
    • länka werkwoord (länkar, länkade, länkat)
    • matcha werkwoord (matchar, matchade, matchat)
    • koppla ihop werkwoord (kopplar ihop, kopplade ihop, kopplat ihop)
    • sammanfoga werkwoord (sammanfogar, sammanfogade, sammanfogat)
    • förbinda werkwoord (förbinder, förband, förbundit)

Conjugations for pander:

present
  1. pander
  2. pander
  3. panders
  4. pander
  5. pander
  6. pander
simple past
  1. pandered
  2. pandered
  3. pandered
  4. pandered
  5. pandered
  6. pandered
present perfect
  1. have pandered
  2. have pandered
  3. has pandered
  4. have pandered
  5. have pandered
  6. have pandered
past continuous
  1. was pandering
  2. were pandering
  3. was pandering
  4. were pandering
  5. were pandering
  6. were pandering
future
  1. shall pander
  2. will pander
  3. will pander
  4. shall pander
  5. will pander
  6. will pander
continuous present
  1. am pandering
  2. are pandering
  3. is pandering
  4. are pandering
  5. are pandering
  6. are pandering
subjunctive
  1. be pandered
  2. be pandered
  3. be pandered
  4. be pandered
  5. be pandered
  6. be pandered
diverse
  1. pander!
  2. let's pander!
  5. pandered
  6. pandering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

pander [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the pander (matchmaker; pimp; procurer)
    kopplare

Vertaal Matrix voor pander:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbinda joining; linking
kopplare matchmaker; pander; pimp; procurer pimp; procurer
sammanfoga joining together; uniting
- fancy man; pandar; panderer; pimp; ponce; procurer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbinda attach; connect; couple; link; make a match; pander alliate; bandage; connect; couple; fasten; hitch on to; hook on to; hook together; swathe
koppla ihop attach; connect; couple; link; make a match; pander attach to; couple
länka attach; connect; couple; link; make a match; pander device pairing; link; pair; pairing
matcha attach; connect; couple; link; make a match; pander
sammanfoga attach; connect; couple; link; make a match; pander bridge; combine; connect; join together; link; merge; stitch; unite
- gratify; indulge; pimp; procure

Verwante woorden van "pander":


Synoniemen voor "pander":


Verwante definities voor "pander":

  1. someone who procures customers for whores (in England they call a pimp a ponce)1
  2. arrange for sexual partners for others1
  3. yield (to); give satisfaction to1

Wiktionary: pander

Cross Translation:
FromToVia
• pander → blåklint; klint ↔ barbeau — Proxénète




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0294 seconde
Page rendered in 1.0 seconds