Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. outbreak:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor outbreak (Engels) in het Zweeds

outbreak:

outbreak [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the outbreak (bursting)
    utbrott
    • utbrott [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor outbreak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utbrott bursting; outbreak
- eruption; irruption

Verwante woorden van "outbreak":

  • outbreaks

Synoniemen voor "outbreak":


Verwante definities voor "outbreak":

  1. a sudden violent spontaneous occurrence (usually of some undesirable condition)1
    • the outbreak of hostilities1

Wiktionary: outbreak


Cross Translation:
FromToVia
outbreak utbrott Ausbruch — (Krankheit) der Beginn einer Krankheit; das Starten der Symptome
outbreak utbrott Ausbruch — (Krankheit) Beginn der Verbreitung einer Krankheit
outbreak farsot épidémie — médecine|fr maladie qui atteindre en même temps et dans le même lieu un grand nombre de personnes ou d'animaux.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van outbreak