Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. obtrusiveness:
  2. obtrusive:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor obtrusiveness (Engels) in het Zweeds

obtrusiveness:

obtrusiveness [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the obtrusiveness (pushyness; importunity; demanding)
    påflugenhet; framfusighet
  2. the obtrusiveness
    framträdande; påflugenhet

Vertaal Matrix voor obtrusiveness:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
framfusighet demanding; importunity; obtrusiveness; pushyness
framträdande obtrusiveness appearance; exterior; look; looks; sight
påflugenhet demanding; importunity; obtrusiveness; pushyness boldness; brutality; impertinence; impudence; insolence; rudeness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
framträdande influential; prominent

Verwante woorden van "obtrusiveness":


Synoniemen voor "obtrusiveness":

  • conspicuousness

Antoniemen van "obtrusiveness":

  • unobtrusiveness

Verwante definities voor "obtrusiveness":

  1. an unwelcome conspicuousness1

obtrusiveness vorm van obtrusive:

obtrusive bijvoeglijk naamwoord

  1. obtrusive (intrusive; pushy)
    påflugen; påfluget
  2. obtrusive (intrusive; insistent)
    inträngande; inträngandet

Vertaal Matrix voor obtrusive:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inträngande breaking into; entering; intrusion; penetrating into; penetration
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- noticeable
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inträngande insistent; intrusive; obtrusive
inträngandet insistent; intrusive; obtrusive
påflugen intrusive; obtrusive; pushy
påfluget intrusive; obtrusive; pushy

Verwante woorden van "obtrusive":


Synoniemen voor "obtrusive":


Antoniemen van "obtrusive":


Verwante definities voor "obtrusive":

  1. sticking out; protruding1
  2. undesirably noticeable1
    • the obtrusive behavior of a spoiled child1
    • equally obtrusive was the graffiti1

Wiktionary: obtrusive


Cross Translation:
FromToVia
obtrusive påträngande penetrant — ohne Unterlass störend; aufdringlich, lästig