Obstacle in het Zweeds vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

obstacle:
- barriär; hinder; stötesten; knöl; ojämnhet; besvär; olägenhet; förhinder; blockering
Wiktionary:
- obstacle → hinder
- obstacle → hinder, blindskär, stötesten

Engels

Uitgebreide vertaling voor obstacle (Engels) in het Zweeds

the obstacle (barrier; hindrance; impediment; stumbling block; bar)
barriär
- barriär [-en] zelfstandig naamwoord
the obstacle (stumbling block; hindrance)
hinder; stötesten
- hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
- stötesten [-en] zelfstandig naamwoord
the obstacle (bump; knob)
hinder; knöl; ojämnhet
- hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
- knöl [-en] zelfstandig naamwoord
- ojämnhet [-en] zelfstandig naamwoord
the obstacle (nuisance; hindrance; trouble; bother)
besvär; olägenhet; hinder
- besvär [-ett] zelfstandig naamwoord
- olägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
the obstacle (hindrance; impediment; obstruction; trouble; block; thwarting; stonewalling)
hinder
- hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
the obstacle (hindrance; impediment; prevention)
hinder; förhinder
- hinder [-ett] zelfstandig naamwoord
- förhinder [-ett] zelfstandig naamwoord
the obstacle (obstruction; blockage)
blockering
- blockering [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barriär	bar; barrier; hindrance; impediment; obstacle; stumbling block	barrier; crush barrier; dam; dike; dyke; embankment
besvär	bother; hindrance; nuisance; obstacle; trouble	ailment; bore; bother; complaint; difficulty; disease; disorder; distress; fuss; grief; handful; hassle; hindrance; impediment; inconvenience; load; mess; misery; nuisance; pain; pain in the neck; pest; sadness; sorrow; trouble; troublemaker; weight
blockering	blockage; obstacle; obstruction	blockage; congestion; constipation; jam; stoppage
förhinder	hindrance; impediment; obstacle; prevention
hinder	barrier; block; bother; bump; hindrance; impediment; knob; nuisance; obstacle; obstruction; prevention; stonewalling; stumbling block; thwarting; trouble	barring; hindrance; impediment; obstruction; preventing; putting off; stopping
knöl	bump; knob; obstacle	asshole; bruise; bulge; bump; cur; dirty bastard; fool; knob; lump; nutcase; rattle-brain; scoundrel; son-of-a-bitch; swelling
ojämnhet	bump; knob; obstacle	bump; bumpiness; puffiness; roughness; unevenness
olägenhet	bother; hindrance; nuisance; obstacle; trouble	bore; difficulty; disadvantage; drawback; handful; hindrance; impediment; inconvenience; load; nuisance; pain in the neck; pest; trouble; troublemaker; weight
stötesten	hindrance; obstacle; stumbling block
-	obstruction

obstruction; hindrance; hinderance; deterrent; impediment; balk; baulk; check; handicap
obstruction; obstructor; obstructer; impedimenta

an obstruction that stands in the way (and must be removed or surmounted or circumvented)¹
something immaterial that stands in the way and must be circumvented or surmounted¹
- lack of imagination is an obstacle to one's advancement¹
- the poverty of a district is an obstacle to good education¹

obstacle

noun

something that impedes, stands in the way of, or holds up progress
- obstacle → hinder

Cross Translation:

From	To	Via
• obstacle	→ hinder	↔ Hindernis — ein Gegenstand, der das Weiterkommen verhindern oder behindern
• obstacle	→ blindskär; stötesten	↔ Klippe — figürlich: eine Hürde, eine Schwierigkeit
• obstacle	→ hinder	↔ empêchement — Ce qui empêcher.